Home

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 28-12-2017, ECLI:NL:OGEAC:2017:218, BBZ nr. CUR201400424

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 28-12-2017, ECLI:NL:OGEAC:2017:218, BBZ nr. CUR201400424

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Datum uitspraak
28 december 2017
Datum publicatie
16 januari 2018
ECLI
ECLI:NL:OGEAC:2017:218
Zaaknummer
BBZ nr. CUR201400424

Inhoudsindicatie

Uit de door de Inspecteur overgelegde schermprints overgelegd leidt het Gerecht af dat voor het jaar 2007 en voor het jaar 2010 aan belanghebbende reeds een verzuimboete voor het niet of niet tijdig indienen van de aangifte is opgelegd. Ook voor het onderhavige jaar is de aangifte te laat ingediend. De Inspecteur heeft de Ministeriële beschikking administratieve boeten op de juiste wijze toegepast. De boete is passend en geboden.

Uitspraak

Uitspraak van 28 december 2017

BBZ nr. CUR201400424

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

UITSPRAAK

op het beroep in de zin van de

Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:

[ X ] N.V., gevestigd in Curaçao,

belanghebbende,

gericht tegen:

DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,

de Inspecteur,

1 PROCESVERLOOP

1.1

Aan belanghebbende is op 25 juni 2013 over het jaar 2011 een naheffingsaanslag

winstbelasting opgelegd van Naf. 114 alsmede een verzuimboete van Naf. 1.000.

1.2

Belanghebbende is op 8 augustus 2013 tegen de aanslag en de

boetebeschikking in bezwaar gekomen.

1.3

De Inspecteur heeft op 25 april 2014 uitspraken op bezwaar gedaan en de

aanslag en de boete gehandhaafd.

1.4

Belanghebbende heeft op 12 juni 2014 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar.

1.5

De Inspecteur heeft op 27 januari 2017 een verweerschrift ingediend.

1.6

Partijen zijn voor een behandeling van de zaak op de volgende data uitgenodigd:

- op 12 april 2016. De behandeling is op verzoek van belanghebbende niet doorgegaan.

- op 21 februari 2017 en daarna op 26 april 2017. Beide keren heeft belanghebbende verzocht om uitstel van de zitting. Als reden voor uitstel van de zittingen is aangevoerd dat de directeur van belanghebbende in het buitenland verblijft in verband met de medische behandeling van zijn echtgenote. De verzoeken zijn beide keren niet gehonoreerd omdat zij een dag voor de zitting zijn gedaan, en omdat de juistheid van de opgegeven reden voor uitstel niet (meer) kon worden geverifieerd. Het Gerecht is terughoudend met het verlenen van uitstel. Dit geldt temeer indien het verzoek om uitstel niet terstond na de oproeping is gedaan. Het verlenen van uitstel zou de afwikkeling van de zaak ontoelaatbaar in de weg staan mede omdat de zaak reeds geruime tijd aanhangig is. De Inspecteur was op beide zittingen aanwezig. Namens belanghebbende is niemand verschenen. Een proces-verbaal van de zitting van 21 februari 2017 is opgesteld.

1.7

De zaken zijn gezamenlijk behandeld met de zaken met nummers CUR201300018 t/m CUR201300020 en CUR201400425.

2 FEITEN

2.1

Belanghebbende is opgericht op 25 april 2003 en oefent een advocatenpraktijk uit. De feitelijke directeur en aandeelhouder van belanghebbende is [ A ].

2.2

Belanghebbende heeft op 21 december 2012 haar definitieve aangiftebiljet ingediend met een belastbare winst van Naf. 329 en heeft tegelijkertijd het verschuldigde bedrag aan winstbelasting van Naf. 114 betaald.

3 GESCHIL EN STANDPUNT PARTIJEN

3.1

Tussen partijen is uitsluitend in geschil of de verzuimboete terecht is opgelegd.

3.2

Belanghebbende is van mening dat de boete onterecht is opgelegd. Zij voert daartoe – samengevat - aan dat de Inspecteur de hoorplicht van artikel 30, vierde lid van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) heeft geschonden, dat de Inspecteur heeft nagelaten om alvorens de boete op te leggen een aanmaning te sturen, dat de Inspecteur in strijd handelt met diverse beginselen van behoorlijk bestuur en dat het bedrag van de boete in vergelijking met het bedrag van de aanslag disproportioneel hoog is. Daarom moet de boete aldus belanghebbende komen te vervallen. De Inspecteur stelt dat de boete terecht is opgelegd.

4 BEOORDELING VAN HET GESCHIL

5 DE BESLISSING