Home

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 13-02-2019, ECLI:NL:OGEAA:2019:114, AUA201803099

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 13-02-2019, ECLI:NL:OGEAA:2019:114, AUA201803099

Gegevens

Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Datum uitspraak
13 februari 2019
Datum publicatie
11 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:OGEAA:2019:114
Zaaknummer
AUA201803099

Inhoudsindicatie

Schuldvordering

Uitspraak

Vonnis van 13 februari 2019

Behorend bij A.R. AUA201803099

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS

in de zaak van:

de naamloze vennootschap

ARUBA BANK N.V.,

te Aruba,

EISERES, hierna ook te noemen: Aruba Bank,

gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,

tegen:

[NAAM GEDAAGDE],

te Aruba,

GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [NAAM GEDAAGDE],

procederend in persoon.

1 DE VERDERE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 28 november 2018;

- de producties aan de zijde van Aruba Bank, ingediend op 6 december 2018;

- het verweer aan de zijde van [NAAM GEDAAGDE], overgelegd ter zitting van 11 december 2018;

- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord op 11 december 2018.

De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2 HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1

Aruba Bank vordert – uitvoerbaar bij voorraad –veroordeling van [NAAM GEDAAGDE] tot betaling aan Aruba Bank van Afl. 5.895,79, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% per maand vanaf 9 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [NAAM GEDAAGDE] tot vergoeding van de proceskosten.

2.2

Aruba Bank grondt de vordering erop dat [NAAM GEDAAGDE] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot terugbetaling.

2.3 [

NAAM GEDAAGDE] heeft aangevoerd dat er beslag op haar salaris ligt en dat het ingehouden bedrag van de hoofdsom in mindering moet worden gebracht. [NAAM GEDAAGDE] heeft voorts gesteld dat zij wegens persoonlijke omstandigheden een lagere maandelijkse bedrag wil aflossen.

2.4

Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat [NAAM GEDAAGDE] Afl. 500,- maandelijks zal aflossen. Vast staat dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichtingen jegens Aruba Bank, zodat de hoofdsom zal worden toegewezen.

2.5 [

NAAM GEDAAGDE] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld, aan de zijde van eiseres begroot op Afl. 450,- griffierecht, Afl. 1.119,16 aan verschotten en Afl. 1.500,- aan gemachtigdensalaris (naar rato van 3 punten van het liquidatietarief 3).

5 DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:

veroordeelt [NAAM GEDAAGDE] tot betaling aan Aruba Bank van een bedrag van Afl. 5.895,79, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% per maand vanaf 9 september 2016 tot de dag der algehele voldoening, waarop in mindering strekt hetgeen al op het loon van [NAAM GEDAAGDE] is ingehouden;

veroordeelt [NAAM GEDAAGDE] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Aruba Bank worden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 1.119,16 aan verschotten en Afl. 1.500,- aan salaris van de gemachtigde;

verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.