Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 13-12-2016, ECLI:NL:OGEAA:2016:901, EJ nr. 2044 van 2016
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 13-12-2016, ECLI:NL:OGEAA:2016:901, EJ nr. 2044 van 2016
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 13 december 2016
- Datum publicatie
- 10 januari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2016:901
- Zaaknummer
- EJ nr. 2044 van 2016
Inhoudsindicatie
civiel-ej-moeder uit het gezag geschorst
Uitspraak
Beschikking van 13 december 2016
Behorend bij EJ nr. 2044 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op verzoek van:
[X] ,
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. J.S. Croes.
Belanghebbenden:
[Y], de minderjarige, wonende in Aruba,
[Z], de moeder, wonende in Haïti.
1 DE PROCEDURE
De procedure blijkt uit:
- -
-
het verzoekschrift ingediend op 25 augustus 2016,
- -
-
de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 1 november 2016, waaruit blijkt de vader bijgestaan door zijn gemachtigde is verschenen. De moeder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen. Namens de Voogdijraad is aanwezig mevrouw A. Emanuel.
De uitspraak is bepaald op heden.
2 DE FEITEN
Uit de affectieve relatie tussen de vader en de moeder is op [datum] 2007 in Haïti geboren [Y] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is door de vader erkend.
Op 9 juli 2014 hebben de ouders krachtens een, in Haïti opgemaakte, akte de “charge definitive” met betrekking tot de minderjarige aan de vader en diens echtgenote toegekend.
De minderjarige woont vanaf 1 juli 2015 bij de vader in Aruba. De moeder woont in Haïti.
3 HET VERZOEK
Het verzoek strekt - naar het gerecht begrijpt - ertoe dat de vader al dan niet samen met de moeder met het gezag over de minderjarige wordt belast.