Home

Hoge Raad, 21-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1942, 20/03520

Hoge Raad, 21-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1942, 20/03520

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
21 december 2021
Datum publicatie
22 december 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1942
Formele relaties
Zaaknummer
20/03520

Inhoudsindicatie

Nasleep vastgoedfraude Klimop. Profijtontneming, w.v.v. uit valsheid in geschrift. Heeft betrokkene door middel van of uit de baten van valsheid in geschrift en een soortgelijk feit voordeel verkregen?

HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 20/03519.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/03520 P

Datum 21 december 2021

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 oktober 2020, nummer 20-003869-18, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste

van

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1946,

hierna: de betrokkene.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2 Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2021.