Home

Hoge Raad, 24-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1381, 21/02657

Hoge Raad, 24-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1381, 21/02657

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
24 september 2021
Datum publicatie
24 september 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1381
Zaaknummer
21/02657

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/02657

Datum 24 september 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de RAAD VAN BESTUUR VAN HET UITVOERINGSINSTITUUT WERKNEMERSVERZEKERINGEN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 21 juni 2021, nr. SGR 18/8233 V, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 5 februari 2021.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad alleen kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Rechtbank als de onderhavige, die is gedaan op verzet tegen een met toepassing van artikel 8:54 Awb gedane uitspraak inzake de toepassing van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het beroep in cassatie moet daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2021.