Home

Hoge Raad, 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2375, 17/06119

Hoge Raad, 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2375, 17/06119

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
21 december 2018
Datum publicatie
21 december 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:2375
Formele relaties
Zaaknummer
17/06119

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige overheidsdaad. Kort geding. Regeling fosfaatreductieplan 2017. Vordering van biologische melkveehouders tot onverbindendverklaring. Toetsingsmaatstaf: onmiskenbaar onverbindend? Toetsing aan art. 1 Eerste Protocol EVRM. Kan de wettelijke grondslag voor de Regeling worden gevonden in art. 13 Landbouwwet? Individuele disproportionele last voor biologische melkveehouders?

Uitspraak

21 december 2018

Eerste Kamer

17/06119

TT/LZ

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiseres] ,

gevestigd te [plaats],

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. R.L.M.M. Tan,

t e g e n

de STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat),zetelende te Den Haag,

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. M.W. Scheltema.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en de Staat.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. het vonnis in de zaak C/09/528572/KG ZA 17/321 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 4 mei 2017;

b. het arrest in de zaak 200.217.315/01 van het gerechtshof Den Haag van 31 oktober 2017.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staat heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de Staat mede door mr. S.J.M. Bouwman.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing