Home

Hoge Raad, 10-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2571, 15/05654

Hoge Raad, 10-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2571, 15/05654

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 oktober 2017
Datum publicatie
10 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:2571
Formele relaties
Zaaknummer
15/05654

Inhoudsindicatie

Doodslag. Poging tot het onttrekken van een lijk aan nasporing, art. 151 Sr. 1. Salduz-verweer. Falende klachten i.v.m. schending consultatierecht en gebruik van door verdachte als getuige afgelegde kennelijk leugenachtige verklaring voor het bewijs. 2. Beslag. Falende klacht m.b.t. ontbreken van beslissing t.a.v. de met toepassing van art. 94 Sv in beslag genomen goederen. 3. Falende klacht m.b.t. schending van art. 423 Sv. 4. Falende klacht t.a.v. afwijzing verzoek toevoegen processtuk in dossier opgenomen in de aanvulling i.p.v. in het verkorte arrest. 5. Falende klacht niet tijdig opmaken aanvulling op het arrest ex art. 365a Sv. HR: 81.1 RO.

Uitspraak

10 oktober 2017

Strafkamer

nr. S 15/05654

ABO

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 11 november 2015, nummer 22/001393-11, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C. Reijntjes-Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Procureur-Generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2017.