Hoge Raad, 19-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1674, 14/04076
Hoge Raad, 19-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1674, 14/04076
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 juni 2015
- Datum publicatie
- 19 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1674
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:2582
- Zaaknummer
- 14/04076
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
19 juni 2015
Nr. 14/04076
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 29 juli 2014, nrs. BK-13/01682 tot en met BK-13/01685, betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2006 tot en met 2009 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2015.