Hoge Raad, 29-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1453, 13/01746
Hoge Raad, 29-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1453, 13/01746
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29 november 2013
- Datum publicatie
- 29 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2013:1453
- Zaaknummer
- 13/01746
Inhoudsindicatie
De Hoge Raad verklaart de beroepen in cassatie niet-ontvankelijk.
Uitspraak
29 november 2013
Nrs. 13/01743 en 13/01746
Arrest
gewezen op de beroepen in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraken van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 15 februari 2013, nr. AWB 11/5715 en nr. AWB 11/05714, op de verzetten van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank van 22 februari 2012 betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslagen in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van de beroepen in cassatie
De beroepschriften in cassatie bevatten, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van beroep.
Bij aangetekende brieven van 10 juli 2013 respectievelijk 4 juni 2013 heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen.
Na inwilliging van het verzoek om een gevoegde behandeling van de beroepen in cassatie heeft de griffier van de Hoge Raad, laatstelijk bij per aangetekende post verzonden brief van 23 augustus 2013, belanghebbende alsnog in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 30 augustus 2013 de gronden van de beroepen ter griffie van de Hoge Raad in te dienen. De gronden van de beroepen zijn evenwel eerst op 4 september 2013 en derhalve buiten de gestelde termijn bij de Hoge Raad ingekomen.
Nu herstel van het verzuim niet binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb de beroepen in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart de beroepen in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2013.