Home

Hoge Raad, 11-05-2012, BW0730, 11/00925

Hoge Raad, 11-05-2012, BW0730, 11/00925

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 mei 2012
Datum publicatie
11 mei 2012
ECLI
ECLI:NL:HR:2012:BW0730
Formele relaties
Zaaknummer
11/00925

Inhoudsindicatie

Koop. Internationale overeenkomst. Exoneratiebeding in algemene voorwaarden; beroep op te late terhandstelling (art. 6:233, aanhef en onder b, en art. 6:234 BW). Toepasselijkheid afdeling 6.5.3 BW. In dit geval niet van toepassing op grond van art. 6:247 lid 2 BW nu partijen de overeenkomst zijn aangegaan in de uitoefening van hun bedrijf en een van hen niet in Nederland is gevestigd.

Uitspraak

11 mei 2012

Eerste Kamer

11/00925

EE/LZ

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres], (voorheen [A] B.V.),

gevestigd te [vestigingsplaats],

EISER tot cassatie,

advocaat: aanvankelijk mr. R.A.A. Duk, thans mr. P.A. Ruig,

t e g e n

De vennootschap naar het recht van het land van vestiging DEALKENT LIMITED,

gevestigd te Stoke-on-Trent, Verenigd Koninkrijk,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Dealkent.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 176563/HA ZA 02-1090 van de rechtbank Rotterdam van 29 augustus 2002, 26 mei 2004, 12 maart 2008 en 28 januari 2009;

b. het arrest in de zaak 200.044.695/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 november 2010.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Dealkent heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor [eiseres] toegelicht door mr. M.V. Polak en mr. T.W.L. Kuijten, advocaten te Amsterdam en voor Dealkent door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot vernietiging en verwijzing.

3. Beoordeling van het middel

3.1 In cassatie kan, voor zover van belang, worden uitgegaan van het volgende.

(i) Eind 2000 heeft M/S Trucks Administration Khartoum North Sudan (hierna: TAKN) M52 tractor units (trekkers) met standaard platform trailers (opleggers) gekocht van Dealkent, welke koop op 22 januari 2001 is bevestigd met een documentair krediet (accreditief) van $ 470.000,--.

(ii) Dealkent heeft hierna gezocht naar een leverancier van dergelijke voertuigen en is daarbij in contact gekomen met [eiseres]. [Eiseres] heeft haar op 1 februari 2001 een offerte gezonden. Op 6 februari 2001 heeft Dealkent aan [eiseres] medegedeeld welke 'terms and conditions' deel zouden uitmaken van het voorgestelde accreditief. Vervolgens hebben [eiseres] en Dealkent mondeling onderhandeld en een overeenkomst gesloten.

(iii) De overeenkomst is vastgelegd in een door [eiseres] opgestelde en door Dealkent ondertekende bevestiging, genaamd 'Orderconfirmation DEA 52233.01' van 8 februari 2001. Krachtens deze overeenkomst heeft [eiseres] aan Dealkent oude legervoertuigen, te weten tien M52 trekkers en twintig opleggers verkocht voor $ 285.000,- (inclusief verschepingskosten), te betalen met een accreditief.

(iv) Op 6 april 2001 zijn zes van de tien trekkers en twaalf van de twintig opleggers geïnspecteerd door een door TAKN aangestelde deskundige. De inspectie bracht kwaliteitsgebreken aan het licht. De deskundige van TAKN heeft de voertuigen afgekeurd.

(v) Dealkent heeft [eiseres] aansprakelijk gesteld voor de schade wegens het niet doorgaan van de legervoertuigleveranties en medegedeeld dat haar klant en diens deskundige de voertuigen die aan de deskundige van TAKN waren getoond, wilden onderzoeken.

(vi) [Eiseres] heeft bij brief van 1 mei 2001 onder meer aan Dealkent laten weten dat de voertuigen niet waren afgekeurd vanwege onvoldoende beschikbaarheid of kwaliteit, dat zij vasthoudt aan levering van de voertuigen zoals overeengekomen en dat zij voor verdere informatie een kopie van haar algemene voorwaarden meestuurt.

(vii) Partijen hebben verder geen gevolg gegeven aan de koopovereenkomst.

3.2 Voor zover in cassatie van belang, vordert Dealkent in deze procedure ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding op te maken bij staat. De rechtbank heeft deze vorderingen toegewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.

De rechtbank is ervan uitgegaan dat partijen een rechtskeuze hebben gemaakt voor Nederlands recht met uitsluiting van het Weense Koopverdrag. Dit oordeel is in hoger beroep niet bestreden en ook het hof is kennelijk van deze rechtskeuze uitgegaan.

3.3.1 Het middel keert zich tegen de verwerping door het hof van het beroep door [eiseres] op haar algemene voorwaarden, waarin haar aansprakelijkheid is beperkt. Het hof heeft ter zake overwogen dat vaststaat dat [eiseres] haar algemene voorwaarden pas in mei 2001, door toezending, aan Dealkent heeft bekendgemaakt, geruime tijd na het totstandkomen van de overeenkomst dus, en dat [eiseres] niet heeft gesteld dat terhandstelling voor of bij het sluiten van de overeenkomst redelijkerwijs niet mogelijk was. Gelet daarop en op het door Dealkent ten processe gedane beroep op de te late terhandstelling, kan [eiseres] geen beroep doen op de bedingen van haar algemene voorwaarden, aldus het hof (rov. 8.2).

3.3.2 Het oordeel van het hof berust, blijkens de bewoordingen van zijn hiervoor weergegeven overwegingen, daarop dat het de stellingen van Dealkent heeft opgevat als een beroep op art. 6:233, aanhef en onder b, in verbinding met 6:234 BW en dat het dat beroep gegrond heeft geoordeeld. Of toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [eiseres] is overeengekomen, heeft het hof in het midden gelaten. Onderdeel b van het middel berust dus op een juiste lezing van het oordeel van het hof, voor zover het ervan uitgaat dat dit oordeel de toepassing van art. 6:233 en 6:234 betreft. Het onderdeel klaagt dat het hof bij zijn oordeel heeft miskend dat op grond van art. 6:247 lid 2 BW afdeling 6.5.3 BW niet van toepassing is op overeenkomsten tussen partijen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en die niet beide in Nederland zijn gevestigd.

Deze klacht is gegrond. Blijkens de stukken van het geding zijn partijen de overeenkomst aangegaan in de uitoefening van hun bedrijf en is Dealkent niet in Nederland gevestigd. Art. 6:233 en 6:234 BW zijn dus niet van toepassing op de overeenkomst tussen partijen (vgl. Parl. Gesch. Boek 6 (Inv. 3, 5 en 6), p. 1807, 1811 en 1812).

3.4 De overige klachten van het middel behoeven geen behandeling. Verwijzing moet volgen. Na verwijzing zal alsnog moeten worden beslist of toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [eiseres] tussen partijen is overeengekomen.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt het arrest van gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 november 2010;

verwijst de zaak ter verdere behandeling en beslissing naar het gerechtshof te Amsterdam;

veroordeelt Dealkent in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 867,49 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 11 mei 2012.