Hoge Raad, 17-04-2012, BV9197, 11/01031
Hoge Raad, 17-04-2012, BV9197, 11/01031
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 april 2012
- Datum publicatie
- 17 april 2012
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2012:BV9197
- Zaaknummer
- 11/01031
Inhoudsindicatie
De verdachte kan gelet op art. 427.2 Sv niet in haar beroep in cassatie worden ontvangen.
Uitspraak
17 april 2012
Strafkamer
nr. S 11/01031
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 juni 2010, nummer 23/001136-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P. Lesquillier, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
1.2. De raadsvrouwe heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Het Hof heeft de verdachte ter zake van een overtreding (art. 2, eerste lid, Leerplichtwet 1969) veroordeeld tot een geldboete van € 250,-, subsidiair 5 dagen hechtenis. De verdachte kan, gelet op art. 427, tweede lid, Sv niet in haar beroep in cassatie worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 17 april 2012.