Hoge Raad, 10-01-2012, BU3459, 10/01313
Hoge Raad, 10-01-2012, BU3459, 10/01313
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 januari 2012
- Datum publicatie
- 10 januari 2012
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2012:BU3459
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BU3459
- Zaaknummer
- 10/01313
Inhoudsindicatie
Middel over het aanhalen van een niet toepasselijk wetsartikel kan niet tot cassatie leiden.
Uitspraak
10 januari 2012
Strafkamer
nr. S 10/01313
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 10 maart 2010, nummer 21/000158-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel bevat de klacht dat het Hof ten onrechte art. 321 Sr heeft aangehaald als toepasselijk wettelijk voorschrift.
3.2. Het middel kan niet tot cassatie leiden aangezien de aanhaling van een niet toepasselijk wetsartikel geen nietigheid tot gevolg heeft (vgl. HR 14 november 1989, NJ 1990/314).
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 10 januari 2012.