Home

Hoge Raad, 09-10-2009, BJ2571, 09/01120

Hoge Raad, 09-10-2009, BJ2571, 09/01120

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 oktober 2009
Datum publicatie
9 oktober 2009
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BJ2571
Formele relaties
Zaaknummer
09/01120

Inhoudsindicatie

Familierecht. Verlenging ondertoezichtstelling en duur machtiging tot uithuisplaatsing minderjarige; niet-ontvankelijk cassatieberoep bij gebrek aan belang wegens verstreken geldigheidsduur ondertoezichtstelling en duur machtiging tot uithuisplaatsing.

Uitspraak

9 oktober 2009

Eerste Kamer

09/01120

RM/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[De moeder],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie,

advocaat: mr. K. Mohassel Zadeh,

t e g e n

STICHTING BUREAU JEUGDZORG HAAGLANDEN,

gevestigd te Leidschendam,

VERWEERSTER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en het Bureau Jeugdzorg.

1. Het geding in feitelijke instanties

Bij beschikking van 20 mei 2008 heeft de rechtbank 's-Gravenhage op verzoek van het Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling en de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [het kind], geboren op [geboortedatum] 2003, verlengd tot 25 mei 2009.

Tegen deze beschikking hebben de ouders van [het kind] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Bij beschikking van 17 december 2008 heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

Het Bureau Jeugdzorg heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de moeder in haar cassatieberoep.

3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De geldigheidsduur van de verlenging van de onder-toezichtstelling en de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing zijn op 25 mei 2009 verstreken.

Om deze reden heeft de moeder geen belang meer bij haar cassatieberoep, zodat zij daarin niet kan worden ontvangen.

4. Beslissing

De Hoge Raad verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 9 oktober 2009.