Hoge Raad, 01-04-2008, BC8157, 00538/07 B
Hoge Raad, 01-04-2008, BC8157, 00538/07 B
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 1 april 2008
- Datum publicatie
- 1 april 2008
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2008:BC8157
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BC8157
- Zaaknummer
- 00538/07 B
Inhoudsindicatie
Beklag. Uit door de waarnemend A-G ingewonnen inlichtingen blijkt dat de Economische Pr in de Rb te Dordrecht bij onherroepelijk geworden vonnis van 22-08-2007 de teruggave heeft gelast van de in het beklag bedoelde vierteenlandschildpadden aan klaagster. Dit betekent dat klaagster geen belang meer heeft bij haar beroep tegen de beschikking van de Rb, zodat zij daarin n-o moet worden verklaard.
Uitspraak
1 april 2008
Strafkamer
nr. S 00538/07 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Dordrecht van 15 november 2006, nummer 06/248, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klaagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft ongegrond verklaard het door klaagster ingediende beklag strekkende tot teruggave aan haar van de in bovenstaande beschikking omschreven dieren.
2. Geding in cassatie
Het beroep - dat blijkens de cassatieschriftuur uitsluitend is gericht tegen de ongegrondverklaring van het beklag met betrekking tot vijf vierteenlandschildpadden - is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. J.F. van Duin, advocaat te Ridderkerk, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klaagster in haar cassatieberoep.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.1. De Rechtbank heeft bij beschikking van 15 november 2006 het klaagschrift strekkende tot teruggave aan de klaagster van vijf vierteenlandschildpadden ongegrond verklaard.
3.2. Uit door de waarnemend Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen blijkt dat de Economische Politierechter in de Rechtbank te Dordrecht bij onherroepelijk geworden vonnis van 22 augustus 2007 de teruggave heeft gelast van bedoelde vierteenlandschildpadden aan de klaagster. Dit betekent dat de klaagster geen belang meer heeft bij haar beroep tegen de beschikking van de Rechtbank, zodat zij daarin niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klaagster niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 april 2008.