Home

Hoge Raad, 23-02-2007, AZ5689, R06/063HR

Hoge Raad, 23-02-2007, AZ5689, R06/063HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
23 februari 2007
Datum publicatie
23 februari 2007
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:AZ5689
Formele relaties
Zaaknummer
R06/063HR
Relevante informatie
Rijkswet op het Nederlanderschap [Tekst geldig vanaf 01-10-2023 tot 01-03-2027] art. 17, Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Nationaliteitsrecht. Verzoek ex art. 17 RWN tot vaststelling Nederlanderschap; verkrijging van nationaliteit door in Koninkrijk geboren, niet-erkend onwettig kind op grond van art. 1, aanhef en onder d, WNI 1892? (81 RO).

Uitspraak

23 februari 2007

Eerste Kamer

Rek.nr. R06/063HR

RM

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[Verzoeker],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. A.J. van Duijne Strobosch,

t e g e n

DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie),

zetelende te 's-Gravenhage,

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. H.A. Groen.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 30 juli 2004 ter griffie van de rechtbank te 's-Gravenhage ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - zich gewend tot die rechtbank en verzocht vast te stellen dat hij sedert zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit heeft.

Verweerder in cassatie - verder te noemen: de Staat - heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

Na mondelinge behandeling op 2 februari 2006 heeft de rechtbank bij beschikking van 2 maart 2006 het verzoek afgewezen.

De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 februari 2007.