Home

Hoge Raad, 13-09-2005, AT7555, 02657/04

Hoge Raad, 13-09-2005, AT7555, 02657/04

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 september 2005
Datum publicatie
16 september 2005
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AT7555
Formele relaties
Zaaknummer
02657/04

Inhoudsindicatie

De klacht dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat een klacht a.b.i. art. 285b Sr is ingediend faalt omdat het een eis stelt die het recht niet kent. Voldoende is dat ter terechtzitting van het bestaan van de klacht is gebleken (HR DD 89.037).

Uitspraak

13 september 2005

Strafkamer

nr. 02657/04

AGJ/SM

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 april 2004, nummer 20/000161-03, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, wonende te [woonplaats].

1. De bestreden uitspraak

Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Hertogenbosch van 28 oktober 2002, voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen - de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder 3 tenlastegelegde en hem voorts ter zake van "belaging" veroordeeld tot zes weken gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de bijzondere voorwaarden als in het arrest omschreven.

2. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. L.P.H. Hameleers, advocaat te Roermond, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het eerste middel

3.1. Het eerste middel bevat de klacht dat de bestreden uitspraak onvoldoende is gemotiveerd, omdat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat een klacht als bedoeld in art. 285b Sr is ingediend.

3.2. Het middel faalt omdat het een eis stelt die het recht niet kent. Voldoende is dat ter terechtzitting van het bestaan van de klacht is gebleken. (vgl. HR 19 september 1988, DD 89.037).

4. Beoordeling van het tweede middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

5. Slotsom

Nu de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.

6. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 13 september 2005.