Home

Hoge Raad, 24-06-2005, AT7330, C04/165HR

Hoge Raad, 24-06-2005, AT7330, C04/165HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
24 juni 2005
Datum publicatie
24 juni 2005
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AT7330
Formele relaties
Zaaknummer
C04/165HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

24 juni 2005 Eerste Kamer Nr. C04/165HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats], EISERES tot cassatie, advocaat: mr. P. Garretsen, t e g e n [Verweerster], gevestigd te [vestigingsplaats], VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...

Uitspraak

24 juni 2005

Eerste Kamer

Nr. C04/165HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres],

gevestigd te [vestigingsplaats],

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. P. Garretsen,

t e g e n

[Verweerster],

gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

niet verschenen.

1. Het geding in feitelijke instanties

Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploot van 19 mei 1998 verweerster in cassatie - verder te noemen: [verweerster] - gedagvaard voor de rechtbank te Leeuwarden en, na wijziging en vermeerdering van eis bij conclusie van repliek, gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [verweerster] te veroordelen om aan [eiseres] te voldoen een bedrag van ƒ 89.066,07, vermeerderd met de wettelijke rente en met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het geding, de kosten van de gelegde beslagen daaronder begrepen.

[Verweerster] heeft de vordering bestreden.

De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 26 januari 2000 een comparitie van partijen gelast en bij tussenvonnis van 17 mei 2000 [eiseres] tot bewijslevering toegelaten. Na gehouden getuigenverhoren heeft de rechtbank bij eindvonnis van 13 december 2000 de vordering afgewezen.

Tegen de vonnissen van 17 mei 2000 en 13 december 2000 heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.

Bij arrest van 17 september 2003 heeft het hof de vonnissen waarvan beroep bekrachtigd.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Tegen de niet verschenen [verweerster] is verstek verleend.

[Eiseres] heeft de zaak doen toelichten door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, E.J. Numann en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 24 juni 2005.