Home

Hoge Raad, 21-01-2005, AS3518, R03/150HR

Hoge Raad, 21-01-2005, AS3518, R03/150HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
21 januari 2005
Datum publicatie
21 januari 2005
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AS3518
Formele relaties
Zaaknummer
R03/150HR

Inhoudsindicatie

21 januari 2005 Eerste Kamer Rek.nr. R03/150HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: 1. [Verzoekster 1], 2. [Verzoeker 2], beiden wonende te [woonplaats], VERZOEKERS tot cassatie, advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool, t e g e n DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, gevestigd te Utrecht, VERWEERDER in cassatie, niet verschenen. 1. Het geding in feitelijke instanties...

Uitspraak

21 januari 2005

Eerste Kamer

Rek.nr. R03/150HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

1. [Verzoekster 1],

2. [Verzoeker 2],

beiden wonende te [woonplaats],

VERZOEKERS tot cassatie,

advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool,

t e g e n

DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,

gevestigd te Utrecht,

VERWEERDER in cassatie,

niet verschenen.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 22 mei 2003 ter griffie van de rechtbank te Utrecht ingekomen verzoekschrift heeft verweerder in cassatie - verder te noemen: de raad voor de kinderbescherming - zich gewend tot de kinderrechter aldaar en verzocht de hierna te noemen minderjarige kinderen [...] van verzoekers tot cassatie onder toezicht te stellen:

1. [kind 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,

2. [kind 2], geboren te [geboorteplaats], België, op [geboortedatum] 1989,

3. [kind 3], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,

4. [kind 4], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,

5. [kind 5 ], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,

6. [kind 6], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,

7. [kind 7], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,

8. [kind 8], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000.

De Kinderrechter heeft op 3 juni 2003 de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld en bij beschikking van diezelfde dag alle voornoemde kinderen voor de duur van een jaar onder toezicht gesteld met benoeming van de Ambulante Jeugdbescherming en Jeugdhulpverlening van de Stichting Leger des Heils (A.J.L.) als gezinsvoogdij-instelling.

Tegen deze beschikking hebben verzoekers tot cassatie - verder te noemen: de ouders - hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.

Bij beschikking van 2 oktober 2003 heeft het hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigd.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof hebben de ouders beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De raad voor de kinderbescherming heeft geen verweerschrift ingediend.

De advocaat van de ouders heeft bij brief van 12 juli 2004 de Hoge Raad bericht dat de ondertoezichtstelling ten aanzien van de vier oudste kinderen met ingang van 3 juni 2004 niet is verlengd en dat het cassatieverzoek ten aanzien van deze vier kinderen is ingetrokken.

De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de ouders in hun cassatieberoep.

3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De duur van de ondertoezichtstelling is door de rechtbank bij haar door de bestreden beschikking bekrachtigde beschikking bepaald op een jaar, zodat de termijn waarvoor die maatregel gold inmiddels is verstreken. Om deze reden hebben de ouders geen belang bij hun beroep, waaraan niet afdoet dat de ondertoezichtstelling ingaande 3 juni 2004 met een jaar is verlengd, zodat zij in dat beroep niet kunnen worden ontvangen.

4. Beslissing

De Hoge Raad verklaart de ouders niet-ontvankelijk in hun beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, P.C. Kop en E.J. Numann, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 21 januari 2005.