Home

Hoge Raad, 23-04-2004, AO3875, R03/088HR

Hoge Raad, 23-04-2004, AO3875, R03/088HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
23 april 2004
Datum publicatie
23 april 2004
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AO3875
Formele relaties
Zaaknummer
R03/088HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

23 april 2004 Eerste Kamer Rek.nr. R03/088HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [Verzoeker], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. P. van Schilfgaarde, t e g e n 1. [Verweerder 1], wonende te [woonplaats], 2. [Verweerster 2], wonende te [woonplaats], 3. [Verweerder 3], wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, advocaat: mr. P.S. Kamminga. 1. Het geding in feitelijke instanties...

Uitspraak

23 april 2004

Eerste Kamer

Rek.nr. R03/088HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[Verzoeker],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. P. van Schilfgaarde,

t e g e n

1. [Verweerder 1],

wonende te [woonplaats],

2. [Verweerster 2],

wonende te [woonplaats],

3. [Verweerder 3],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDERS in cassatie,

advocaat: mr. P.S. Kamminga.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 30 januari 2002 gedateerd verzoekschrift hebben verweerders in cassatie - verder te noemen: [verweerder] c.s. - zich gewend tot de rechtbank te Groningen en verzocht verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - bij wege van voorlopige voorziening te schorsen als bestuurder van de Stichting [A], hierna: de stichting, en bij beslissing ten gronde [verzoeker] te ontslaan als bestuurder van de stichting.

[Verzoeker] heeft het verzoek bestreden en daarbij in reconventie verzocht [verweerder] c.s. te schorsen en te ontslaan als bestuurders van de stichting.

[Verweerder] c.s. hebben in reconventie de verzoeken van [verzoeker] bestreden.

De rechtbank heeft bij beschikking van 31 mei 2002 in conventie [verzoeker] ontslagen als bestuurder van de stichting en in reconventie de verzoeken afgewezen.

Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.

Bij beschikking van 7 mei 2003 heeft het hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigd.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

[Verweerder] c.s. hebben verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 267,69 aan verschotten en € 1.135,-- voor salaris.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 23 april 2004.