Home

Hoge Raad, 14-03-2003, AF2849, R02/064HR

Hoge Raad, 14-03-2003, AF2849, R02/064HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 maart 2003
Datum publicatie
18 maart 2003
ECLI
ECLI:NL:HR:2003:AF2849
Formele relaties
Zaaknummer
R02/064HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-05-2022] art. 81

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

14 maart 2003

Eerste Kamer

Rek.nr. R02/064HR

SB

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[de man], wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. M.N.G.N.H. Brech,

t e g e n

[de vrouw], wonende te [woonplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een op 23 februari 2001 gedateerd verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de man - zich gewend tot de Rechtbank te Maastricht en verzocht de beschikking van die Rechtbank van 23 november 2000 te wijzigen en de hem opgelegde kinderalimentatie ten behoeve van zijn zoon [...], geboren te [geboorteplaats] (voormalig Sowjet-Unie) op 14 november 1986 uit zijn inmiddels door echtscheiding ontbonden huwelijk met verweerster in cassatie - verder te noemen: de vrouw -, wegens wijziging van omstandigheden met ingang van 1 december 2000, zijnde de datum van de beëindiging van het dienstverband, op nihil te stellen.

De vrouw heeft het verzoek gemotiveerd bestreden.

De Rechtbank heeft bij beschikking van 12 september 2001 het verzoek toegewezen, zij het met ingang van 1 januari 2001.

Tegen deze beschikking heeft de vrouw hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Bij beschikking van 21 mei 2002 heeft het Hof de beschikking waarvan beroep vernietigd en, opnieuw rechtdoende, het wijzigingsverzoek van de man alsnog afgewezen.

De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het Hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A.G. Pos en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 14 maart 2003.