Home

Hoge Raad, 04-01-2000, ZD1671 AK1582, 112.067P

Hoge Raad, 04-01-2000, ZD1671 AK1582, 112.067P

Inhoudsindicatie

Profijtontneming, w.v.v. uit verkoop hennep. Kon Hof in p-v van politie vervatte berekening van w.v.v. die is gebaseerd op inbeslaggenomen kasboeken en aanvullende notities zonder nadere motivering als b.m. gebruiken, terwijl betrouwbaarheid van deze kasboeken en notities ttz. uitdrukkelijk is betwist? In beginsel is het voorbehouden aan rechter die over feiten oordeelt om, binnen door wet getrokken grenzen, van beschikbaar bewijsmateriaal datgene tot bewijs van schatting van omvang van w.v.v. te bezigen wat hem uit oogpunt van betrouwbaarheid dienstig voorkomt en datgene terzijde te stellen wat hij daarvoor van geen waarde acht. Deze beslissing behoeft geen motivering, behoudens bijzondere gevallen waarvan hier geen sprake is. Volgt verwerping.

Uitspraak

4 januari 2000

Strafkamer

Nr. 112.067 P

AB

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 6 oktober 1998 op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [plaats].

1. De bestreden uitspraak

1.1. Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Arrondissementsrechtbank te Almelo van 18 februari 1997 — de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van twintigduizend gulden, subsidiair éénhonderdtwintig dagen hechtenis.

1.2. De bestreden uitspraak is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr R. Zilver, advocaat te Wijk bij Duurstede, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het eerste middel

3.1. Het middel bevat de klacht dat het Hof zonder nadere motivering als bewijsmiddel een in een proces-verbaal van politie vervatte berekening van het wederrechtelijk verkregen oordeel heeft gebruikt, welke berekening is gebaseerd op de inbeslaggenomen kasboeken en aanvullende notities, terwijl de betrouwbaarheid van deze kasboeken en notities ter terechtzitting uitdrukkelijk is betwist.

3.2. In beginsel is het voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt om, binnen de door de wet getrokken grenzen, van het beschikbare bewijsmateriaal datgene tot het bewijs van de schatting van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel te bezigen dat hem uit een oogpunt van betrouwbaarheid dienstig voorkomt en datgene terzijde te stellen wat hij daarvoor van geen waarde acht. Deze beslissing behoeft geen motivering, behoudens bijzondere gevallen waarvan hier geen sprake is. Het middel faalt.

4. Beoordeling van het tweede middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 101a RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

5. Slotsom

Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.

6. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president Haak als voorzitter, en de raadsheren Corstens en Orie, in bijzijn van de griffier Bakker, en uitgesproken op 4 januari 2000.