Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-12-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:4416, 20-002205-20

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-12-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:4416, 20-002205-20

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
10 december 2021
Datum publicatie
9 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:4416
Zaaknummer
20-002205-20

Inhoudsindicatie

gepubliceerd in verband met ingesteld cassatieberoep

Uitspraak

Parketnummer: 20-002205-20

Uitspraak : 10 december 2021

TEGENSPRAAK

Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, van 14 oktober 2020, met parketnummer 96-187516-20, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen onder parketnummers 22-003635-17 en 96-207539-19, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,

wonende te [adres] .

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, en doet in zoverre opnieuw recht.

Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 800,00 (achthonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 16 (zestien) dagen hechtenis.

Bepaalt dat het totaal van de geldboetes mag worden voldaan in 8 (acht) termijnen van 1 maand, elke termijn groot € 100,00 (honderd euro).

Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 9 (negen) maanden.

Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.

Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 28 november 2019, parketnummer 96-207539-19, te weten van een geldboete van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 (vijf) dagen hechtenis.

Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 2 (twee) termijnen van 1 maand, groot € 100,00 (honderd euro) en 1 (één) termijn van 1 maand, groot € 50,00 (vijftig euro).

Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tenuitvoerlegging, met parketnummer 22-003635-17.

Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige met aanvulling c.q. verbetering van gronden.

Dit arrest is mondeling gewezen door mr. C.P.J. Scheele.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 december 2021.