Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-09-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2937, 200.267.368_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-09-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2937, 200.267.368_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
24 september 2020
Datum publicatie
2 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:2937
Formele relaties
Zaaknummer
200.267.368_01
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 67

Inhoudsindicatie

Voorlopig getuigenverhoor op verzoek vermogensbeheerder / horen belastingambtenaar over contacten met ex-werknemer in kader strafrechtelijk onderzoek naar ex-werkgever / verschoningsrecht ex artikel 67 AWR aan de orde / beroep op dat verschoningsrecht verworpen in eerste aanleg ten aanzien van concrete vragen / Vernietiging verwerping verschoningsrecht voor concrete vragen / verschoningsrecht ziet op alle geheim te houden informatie / voldaan aan marginale toets of verschoningsrecht buiten redelijke twijfel in het geding is / tevens wettelijk verschoningsrecht op grond van Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens (wjsg) / devolutieve werking / incidenteel beroep tegen honorering verschoningsrecht voor bepaalde vraag in eerste aanleg / geen betekenis gedrag andere getuige ten aanzien van dezelfde vraag / incidenteel beroep verworpen / geen uitvoerbaar verklaring bij voorraad / geen proceskostenveroordeling

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

Uitspraak : 24 september 2020

Zaaknummer : 200.267.368/01

Zaaknummer eerste aanleg : 5831765/EJ VERZ 17-222 (hoofdzaak)

in de zaak in hoger beroep van:

1 de heer [de belastingambtenaar] (belastingambtenaar),

woonplaats kiezende te [woonplaats] ,

en

2. de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie en Ministerie van Financiën),

zetelende te Den Haag,

appellanten in de hoofdzaak, verweerders in het incidentele beroep en het verzoek ex artikel 360 lid 2 Rv,

hierna te noemen: appellanten dan wel [de belastingambtenaar] respectievelijk de Staat,

advocaten: mr. I.C. Engels en mr. L. Sieverink te Den Haag,

tegen

1 [onderneming 1] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

3. de heer [verweerder 3] ,

wonende te [woonplaats] (België),

verweerders in de hoofdzaak, verzoekers in het incidentele beroep en het verzoek ex artikel 360 lid 2 Rv,

hierna in meervoud te noemen: [onderneming 1] c.s., dan wel in enkelvoud [onderneming 1] , respectievelijk [onderneming 2] respectievelijk [verweerder 3] ,

advocaten: mr. T.R.B. de Greve en mr. A.M. Borel Rinkes te Amsterdam,

Belanghebbende:

[belanghebbende] ,

advocaat: mr. S.E.L. van Kerkhof.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de als beschikking aan te merken beslissing van de kantonrechter tijdens een voorlopig getuigenverhoor van [de belastingambtenaar] op 9 juli 2019, neergelegd in een algemeen proces-verbaal en een aparte getuigenverklaring van (beide) 9 juli 2019, waarbij het beroep van [de belastingambtenaar] op een verschoningsrecht diverse malen niet is gehonoreerd door de kantonrechter.

2 Het geding in hoger beroep

3 De beoordeling

3 Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

4 De beslissing