Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-09-2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:3011 BQ6638, HD 200.004.351 T

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-09-2008, ECLI:NL:GHSHE:2008:3011 BQ6638, HD 200.004.351 T

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 september 2008
Datum publicatie
31 mei 2011
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2008:BQ6638
Formele relaties
Zaaknummer
HD 200.004.351 T

Inhoudsindicatie

Persoonlijke aansprakelijkheid voormalige bestuurder.

Uitspraak

HD 200.004.351

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,

sector civiel recht,

eerste kamer, van 2 september 2008,

gewezen in het incident in de zaak van:

1. de besloten vennootschap LEVAS HOLDING B.V.,

2. de besloten vennootschap AKLO PARTICIPATIE II B.V.,

beiden gevestigd te [vestigingsplaats],

appellanten bij exploot van dagvaarding van 4 maart 2008,

verzoeksters in het incident ex artikel 353 jo 222 Rv,

advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven,

tegen:

[X.],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde bij gemeld exploot,

verweerder in het incident ex artikel 353 jo 222 Rv,

advocaat: mr. J.E. Benner,

op het hoger beroep van het door de rechtbank Breda in conventie gewezen vonnis van 5 december 2007 tussen appellanten – Levas c.s. - als eiseressen in conventie en geïntimeerde - [X.] - als (mede)gedaagde in conventie.

1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 162815/HA ZA 06-1228)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2. Het geding in hoger beroep

2.1. Bij memorie van grieven, tevens incidentele vordering tot voeging hebben Levas c.s. een incidentele vordering ex artikel 353 lid 1 jo 222 Rv ingesteld. Voorts hebben Levas c.s., onder overlegging van achtentwintig producties, vier grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot veroordeling van [X.], uitvoerbaar bij voorraad, om aan Levas c.s. schadevergoeding te betalen ter hoogte van € 45.068,84, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 mei 2007 althans een door het hof in goede justitie te bepalen datum, met veroordeling van [X.] in de kosten van beide instanties.

2.2. Bij memorie van 24 juni 2008 heeft [X.] voor antwoord geconcludeerd in het incident.

2.3. Levas c.s. hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd in het incident.

3. De beoordeling in het incident ex artikel 353 jo 222 Rv

3.1. Het hof zal in dit hoger beroep vooralsnog uitgaan van de volgende feiten.

3.1.1. Levas c.s. zijn op 20 april 2005 met de besloten vennootschap Participant B.V. (hierna te noemen: Participant) overeengekomen hun certificaten van aandelen in Almanova Holding B.V. aan Participant te verkopen en te leveren.

3.1.2. [X.] is via Marisel B.V. indirect bestuurder van Participant.

3.1.3. In eerste aanleg hebben Levas c.s. zowel Participant als [X.] gedagvaard voor de rechtbank Breda en, na wijziging van eis, gevorderd – kort gezegd - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, primair:

(i) Participant veroordeelt tot nakoming van haar uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, waar tegenover Levas c.s. de certificaten van de aandelen zullen leveren;

(ii) Participant veroordeelt tot betaling van schadevergoeding ad € 33.666,34;

(iii) [X.] veroordeelt tot betaling van schadevergoeding ad € 45.068,84;

(iv) Participant en [X.] hoofdelijk, des dat de een betaald hebbende de ander zal zijn bevrijd, althans Participant, althans [X.], veroordeelt in de proceskosten;

en subsidiair:

(i) voor het geval de rechtbank mocht oordelen dat nakoming door Participant blijvend onmogelijk is, Participant en [X.] hoofdelijk, des dat de een betaald hebbende de ander zal zijn bevrijd, althans Participant, althans [X.], veroordeelt tot betaling van schadevergoeding ad € 3.069.722,56, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2006;

(ii) Participant veroordeelt tot betaling van schadevergoeding ad € 33.666,34;

(iii) [X.] veroordeelt tot betaling van schadevergoeding ad € 45.068,84;

(iv) Participant en [X.] hoofdelijk, des dat de een betaald hebbende de ander zal zijn bevrijd, althans Participant, althans [X.], veroordeelt in de proceskosten;

3.1.4. Participant heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad,

(i) primair de tussen partijen gesloten overeenkomst d.d. 20 april 2005 op grond van dwaling vernietigt;

(ii) subsidiair de tussen partijen op of omstreeks 20 april 2005 gesloten overeenkomst ontbindt, althans ontbonden verklaart,

een en ander met veroordeling van Levas c.s. in de proceskosten, met bepaling dat Levas c.s., des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zullen zijn indien zij de proceskosten niet binnen 14 dagen na het te dezen te wijzen vonnis zullen hebben betaald.

3.1.5. De rechtbank heeft de vorderingen in conventie en reconventie vanwege hun nauwe samenhang gezamenlijk behandeld.

3.1.6. Bij vonnis van 5 december 2007 heeft de rechtbank in conventie de vordering van Levas c.s. jegens Participant (grotendeels) toegewezen, met veroordeling van Participant in de kosten aan de zijde van Levas c.s., en de vordering van Levas c.s. jegens [X.] afgewezen, met veroordeling van Levas c.s. in de proceskosten aan de zijde van [X.]. In reconventie heeft de rechtbank de vordering van Participant afgewezen, met veroordeling van Participant in de proceskosten aan de zijde van Levas c.s.

3.2. De incidentele vordering van Levas c.s. strekt tot voeging van de onderhavige procedure met de bij het hof onder zaaknummer HD 200.004.354 aanhangige procedure tussen Participant als appellante en Levas c.s. als geïntimeerden, kosten rechtens. Levas c.s. stellen daartoe dat beide procedures verknocht zijn omdat (a) beide zaken een hoger beroep betreffen van het vonnis van de rechtbank Breda van 5 december 2007, (b) de zaken inhoudelijk verknocht zijn omdat Levas c.s. [X.] aansprakelijk houden in zijn hoedanigheid van (indirect) bestuurder van Participant en (c) een gescheiden behandeling van de zaken zou kunnen leiden tot tegenstrijdige beslissingen.

3.3. [X.] heeft zich voor wat betreft de incidentele vordering gerefereerd aan het oordeel van het hof.

3.4. Het hof oordeelt op de vordering als volgt. De onderhavige procedure betreft het hoger beroep van Levas c.s. tegen het (hiervoor onder 1. vermelde) in conventie tussen Levas c.s. en [X.] gewezen vonnis van de rechtbank Breda van 5 december 2007.

3.5. De bij het hof aanhangige procedure met zaaknummer HD 200.004.354 betreft het hoger beroep van Participant tegen het door de rechtbank Breda in conventie en reconventie gewezen vonnis van 5 december 2007 tussen Levas c.s. (als eiseressen in conventie, gedaagde in reconventie) en Participant (als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie).

3.6. Ingevolge het bepaalde in artikel 353 lid 1 jo 222 Rv kan, in het geval voor dezelfde rechter verknochte zaken aanhangig zijn, de voeging van deze zaken worden bevolen. Van verknochtheid in deze zin is sprake wanneer de feitelijke en juridische geschilpunten in beide zaken identiek zijn, dan wel een zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken geboden is. Daaraan kan ook zijn voldaan bij zaken die lopen tussen verschillende partijen.

3.7. Het hof overweegt dat in beide procedures wordt geappelleerd tegen het (hiervoor onder 3.1.6. bedoelde) vonnis van de rechtbank Breda van 5 december 2007, terwijl Levas c.s. in beide procedures partij is. Beide procedures hebben betrekking op hetzelfde feitencomplex zoals door de rechtbank vastgesteld in par. 3.2. van voormeld vonnis. Voorts hangen de juridische geschilpunten in beide zaken met elkaar samen, in die zin dat de beslissing in de tussen Participant en Levas c.s. aanhangige procedure met zaaknummer HD 200.004.354 van invloed kan zijn op de beslissing in het onderhavige hoger beroep.

3.8. Het voorgaande leidt het hof tot het oordeel dat beide zaken zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is.

3.9. Van de zijde van [X.] zijn geen belangen gesteld die aan voeging van beide zaken in de weg zouden staan.

3.10. Het hof zal de vordering tot voeging derhalve toewijzen. De beslissing over de proceskosten van het incident zal worden aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.

4. De uitspraak

Het hof:

in het incident ex artikel 353 jo 222 Rv:

beveelt de voeging van de onderhavige zaak (met zaaknummer HD 200.004.351) met de bij het hof aanhangige zaak met zaaknummer HD 200.004.354 tussen Participant B.V. als appellante en Levas c.s. als geïntimeerden;

houdt de beslissing omtrent de proceskosten van het incident aan tot het eindarrest in de hoofdzaak;

in de hoofdzaak:

verwijst de zaak naar de rolzitting van 14 oktober 2008 voor het nemen van de memorie van antwoord aan de zijde van [X.];

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. Begheyn, Feddes en Hendriks-Jansen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 2 september 2008.