Home

Gerechtshof Den Haag, 24-05-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2176, 200.294.674/01

Gerechtshof Den Haag, 24-05-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2176, 200.294.674/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
24 mei 2022
Datum publicatie
3 februari 2023
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:2176
Zaaknummer
200.294.674/01

Inhoudsindicatie

Verdeling onroerend goed. Waardering: waardestijging tussen taxatiedatum en datum verdeling.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel

zaaknummer : 200.294.674/01

zaaknummer rechtbank : 8659688 / CV EXPL 20-3498

arrest van 24 mei 2022

inzake

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante tevens geïntimeerde in incidenteel appel,hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. Chr.E. Pfeiffer te Hellevoetsluis

tegen

[geïntimeerde] ,wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde tevens appellant in incidenteel appel, hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. W.J.G. Schröder te Rotterdam

Het geding

Bij exploot van 22 januari 2021 is de vrouw in hoger beroep gekomen van het vonnis van 22 oktober 2020 van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, zitting houdende te Dordrecht, gewezen tussen de man als eiser in conventie/verweerder in reconventie en de vrouw als gedaagde in conventie/eiseres in reconventie (verder: het bestreden vonnis).

Voor het verloop van de procedure in eerste aanleg verwijst het hof naar blz. 1 van het bestreden vonnis.

Bij memorie van grieven heeft de vrouw twee grieven geformuleerd tegen het bestreden vonnis.

Bij memorie van antwoord heeft de man deze grieven weersproken en op zijn beurt incidenteel appel ingesteld onder aanvoering van twee grieven.

De vrouw heeft bij memorie van antwoord in het incidenteel appel verweer gevoerd.

Nadien heeft de vrouw bij akte van 4 februari 2022 producties in het geding gebracht.

Op verzoek van de vrouw heeft op 17 februari 2022 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig beide partijen met hun advocaten.

De advocaten van beide partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling ieder een pleitnota overgelegd.

Met toestemming van het hof heeft de vrouw bij brief van 3 maart 2022 een productie in het geding gebracht.

De vrouw heeft haar procesdossier gefourneerd, waarna arrest is bepaald op heden.

Beoordeling van het hoger beroep

Beslissing