Home

Gerechtshof Den Haag, 06-10-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1957, 200.285.690/01

Gerechtshof Den Haag, 06-10-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1957, 200.285.690/01

Gegevens

Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid hoger beroep tegen bindende eindbeslissingen in lichaam tussenbeschikking; artikel 358, lid 4 Rv; buitenlandse erfenis en schenking vallen volgens het hof in de huwelijksgoederengemeenschap van partijen.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.285.690/01

Rekestnummers rechtbank : FA RK 19-6233 (scheiding) en FA RK 20-87 (verdeling)

Zaaknummers rechtbank : C/09/579176 (scheiding) en C/09/586892 (verdeling)

beschikking van de meervoudige kamer van 6 oktober 2021

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] , Finland,

verzoekster, tevens incidenteel verweerster, in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. A. Schellekens te Alphen aan den Rijn,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder, tevens incidenteel verzoeker, in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. M.G. Weitkamp te Gouda.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de tussenbeschikkingen van de rechtbank Den Haag van 12 augustus 2020 (hierna te noemen: de bestreden beschikking) en 2 oktober 2020, uitgesproken onder voormeld zaaknummers.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

De vrouw is op 11 november 2020 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.

2.2.

De man heeft op 22 december 2020 een verweerschrift tevens houdende incidenteel appel ingediend.

2.3.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een journaalbericht van de advocaat van de vrouw van 22 april 2021, ingekomen op diezelfde datum;

- een journaalbericht van de advocaat van de vrouw van 7 juni 2021 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;

- een journaalbericht van de advocaat van de man van 7 juni 2021 met bijlagen, ingekomen op 8 juni 2021;

- een journaalbericht van de advocaat van de man van 15 juni 2021 (ingediend namens beide partijen) met als bijlage een concept deelconvenant, ingekomen op 16 juni 2021.

2.4.

De zaak is op 18 juni 2021 mondeling behandeld.

Ter zitting waren aanwezig:

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;

- de man, bijgestaan door zijn advocaat.

Mr. Schellekens heeft ter zitting pleitnotities overgelegd.

3 De feiten

3.1.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast.

3.2.

Partijen zijn op [huwelijksdatum] 1993 te [plaats] in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.

3.3.

Partijen hebben twee meerderjarige kinderen.

3.4.

Partijen hebben, thans, beiden de Nederlandse nationaliteit.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

6 De beslissing