Home

Gerechtshof Den Haag, 04-12-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3434, 200.169.560/01

Gerechtshof Den Haag, 04-12-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3434, 200.169.560/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
4 december 2018
Datum publicatie
11 januari 2019
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:3434
Zaaknummer
200.169.560/01

Inhoudsindicatie

erfpacht; heeft gemeente na afloop erfpacht redelijk aanbod gedaan tot voortzetting erfpacht; invloed van aanwezige gebouwen op actuele grondwaarde; taxatie door gemeenteambtenaar; art. 5:99 lid 2 onder a BW niet van toepassing op bedrijfswoning.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.169.560/01

Zaak-/rolnummer rechtbank : C/10/434870/HA ZA 13-1047

Arrest van 4 december 2018

inzake

wonende te [woonplaats] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellanten in het principaal appel,

verweerders in het incidenteel appel,

hierna te noemen: [appellant 1] , respectievelijk [appellant 2] en tezamen [appellant 1] c.s.,

advocaat: mr. G.J.M. de Jager te Rotterdam,

tegen

de Gemeente Dordrecht,

zetelend te Dordrecht,

geïntimeerde in het principaal appel,

appellante in het incidenteel appel,

hierna te noemen de Gemeente,

advocaat: mr. A.C.M. Geerts te Dordrecht.

Het geding

Bij dagvaarding van 4 februari 2015 heeft [appellant 1] c.s. hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 5 november 2014 dat de rechtbank Rotterdam, team handel (hierna: het bestreden vonnis) tussen partijen heeft gewezen. Bij memorie van grieven tevens wijziging van eis (met producties) heeft [appellant 1] c.s. drie grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en zijn eis gewijzigd. Bij memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel (met productie) heeft de Gemeente de grieven bestreden en harerzijds één grief tegen het vonnis aangevoerd. [appellant 1] c.s. heeft die grief bestreden bij memorie van antwoord in incidenteel appel tevens houdende eiswijziging. De Gemeente heeft bij akte op die laatste eiswijziging gereageerd. Hierna heeft [appellant 1] c.s. nog een antwoordakte in het incidenteel appel genomen. Op 30 oktober 2017 zijn partijen ter zitting van het hof verschenen om hun zaak te doen bepleiten. [appellant 1] c.s. heeft op voorhand twee producties aan het hof toegezonden. Aan het begin van de zitting heeft het hof de zaak met partijen besproken en getracht partijen tot een schikking te brengen. Een schikking bleek op dat moment niet mogelijk, maar partijen wilden wel verder met elkaar onderhandelen. De zaak is naar de rol verwezen. Vervolgens heeft [appellant 1] c.s. op 29 mei 2018 arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep

Beslissing