Home

Gerechtshof Den Haag, 21-10-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3686, 22-003287-13

Gerechtshof Den Haag, 21-10-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3686, 22-003287-13

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
21 oktober 2014
Datum publicatie
28 november 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:3839
Zaaknummer
22-003287-13

Inhoudsindicatie

De verdachte heeft zich op bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een vorm van mensensmokkel door een schijnhuwelijk aan te gaan.

Het hof veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 100 (honderd) dagen hechtenis. De taakstraf wordt niet uitgevoerd, indien de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit schuldig gemaakt.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003287-13

Parketnummer: 10-963077-12

Datum uitspraak: 21 oktober 2014

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 3 juli 2013 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1959,

[adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 7 oktober 2014.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis.

De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juni 2010 tot en met 14 januari 2012 te Rotterdam en/of Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, en/of in het Verenigd Koninkrijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten een vrouw genaamd [betrokkene] (geboren op [geboortejaar] 1980 te Nigeria) (telkens) uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in het Verenigd Koninkrijk, in elk geval in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, hebbende/zijnde verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)

- contact gehad en/of onderhouden met (een) in Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk verblijvende mededader(s) en/of voornoemde - onrechtmatig in het Verenigd Koninkrijk wonende/verblijvende - [betrokkene] en/of

- in het Verenigd Koninkrijk een National Insurance Number aangevraagd en (op 25 juni 2010) verkregen onder verstrekking van een adres in het Verenigd Koninkrijk (als zijnde verdachtes woonadres), terwijl verdachte in Nederland in de gemeentelijke basis administratie stond ingeschreven en/of woonachtig was en/of

- met die [betrokkene] (op 23 juli 2010) in het Verenigd Koninkrijk een schijnhuwelijk aangegaan en/of

- een, op basis van voormeld schijnhuwelijk, door/namens [betrokkene] (op 18 augustus 2010) ingediende aanvraag voor een EER-verblijfsvergunning ondersteund met verdachtes Nederlandse identiteitskaart en/of

- op andermans kosten althans zonder daarvoor zelf te betalen (een) (retour)vlucht(en) naar het Verenigd Koninkrijk gemaakt in het kader van (de voorbereiding van) voornoemd schijnhuwelijk en/of van (een) (andere) handeling(en) ten behoeve van het verschaffen van verblijf van die [betrokkene] en/of

- ( middels Western Union) geld (van die [betrokkene]) ontvangen voor het aangaan van voornoemd schijnhuwelijk en/of voor (een) (andere) verrichte handeling(en) ten behoeve van het - voor die [betrokkene] - verschaffen van verblijf.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich niet verenigt met de bewezenverklaring en de strafoplegging.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juni 2010 tot en met 14 januari 2012 te Rotterdam en/of Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, en/of in het Verenigd Koninkrijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten een vrouw genaamd [betrokkene] (geboren op [geboortejaar] 1980 te Nigeria) (telkens) uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in het Verenigd Koninkrijk, in elk geval in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, hebbende/zijnde verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)

- contact gehad en/of onderhouden met (een) in Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk verblijvende mededader(s) en/of voornoemde - onrechtmatig in het Verenigd Koninkrijk wonende/verblijvende - [betrokkene] en/of

- in het Verenigd Koninkrijk een National Insurance Number aangevraagd en (op 25 juni 2010) verkregen onder verstrekking van een adres in het Verenigd Koninkrijk (als zijnde verdachtes woonadres), terwijl verdachte in Nederland in de gemeentelijke basis administratie stond ingeschreven en/of woonachtig was en/of

- met die [betrokkene] (op 23 juli 2010) in het Verenigd Koninkrijk een schijnhuwelijk aangegaan en/of

- een, op basis van voormeld schijnhuwelijk, door/namens [betrokkene] (op 18 augustus 2010) ingediende aanvraag voor een EER-verblijfsvergunning ondersteund met verdachtes Nederlandse identiteitskaart en/of

- op andermans kosten althans zonder daarvoor zelf te betalen (een) (retour)vlucht(en) naar het Verenigd Koninkrijk gemaakt in het kader van (de voorbereiding van) voornoemd schijnhuwelijk en/of van (een) (andere) handeling(en) ten behoeve van het verschaffen van verblijf van die [betrokkene] en/of

- (middels Western Union) geld (van die [betrokkene]) ontvangen voor het aangaan van voornoemd schijnhuwelijk en/of voor (een) (andere) verrichte handeling(en) ten behoeve van het - voor die [betrokkene] - verschaffen van verblijf.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsvoering

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.

In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:

een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

Vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.

Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft zich op bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een vorm van mensensmokkel door een schijnhuwelijk aan te gaan. Door aldus te handelen heeft de verdachte het beleid dat wordt gevoerd in de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte, waaronder Nederland en het Verenigd Koninkrijk, doorkruist. Het belang van strafbaarstelling van hulp bij illegaal verblijf is daarin gelegen, dat op het grondgebied van een staat alleen mensen verblijven die daartoe gerechtigd zijn.

Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 september 2014, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.

Het hof is van oordeel dat een onvoorwaardelijke taakstraf zoals in eerste aanleg is opgelegd in beginsel een passende en geboden reactie vormt.

Wat betreft de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op een tweetal, door de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde, geschriften aangaande de gezondheid van de verdachte en de daarmee samenhangende aan verdachte toegekende IVA-uitkering. Uit deze stukken volgt onder andere dat de verdachte volledig arbeidsongeschikt is verklaard en mede door een tweetal auto-ongelukken zeer ernstig beperkt is in zijn mobiliteit.

Gelet op het voorgaande ziet het hof aanleiding om de taakstraf zoals die is opgelegd in eerste aanleg - en waarvan de advocaat-generaal bevestiging heeft gevorderd - geheel voorwaardelijk op te leggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 197a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING