Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-03-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2137, Wahv 200.307.970/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-03-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2137, Wahv 200.307.970/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
13 maart 2023
Datum publicatie
12 april 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:2137
Zaaknummer
Wahv 200.307.970/01

Inhoudsindicatie

Artikel 5 Wahv. Hoewel de ambtenaar het voertuig volgde met een snelheid van 40 km/u boven de maximumsnelheid, liep het voertuig nog steeds op hem uit. Nog sneller rijden zou in strijd zijn met de Brancherichtlijn Politie. Er was geen reële mogelijkheid voor een staandehouding zodat de sanctie terecht aan de kentekenhouder is opgelegd.

Uitspraak

zittingsplaats Leeuwarden

Zaaknummer

: Wahv 200.307.970/01

CJIB-nummer

: 236962999

Uitspraak d.d.

: 13 maart 2023

Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg van 3 februari 2022, betreffende

gevestigd te [vestigingsplaats] .

De gemachtigde van de betrokkene is mr. N.G.A. Voorbach, kantoorhoudende te Zoetermeer.

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.

De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.

De gemachtigde van de betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 140,- voor: “Niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg”. Deze gedraging zou zijn verricht op 8 oktober 2020 om 12:52 uur op de Rijksweg A2 in Beek met het voertuig met het kenteken [kenteken] .

2. De gemachtigde van de betrokkene voert in hoger beroep aan dat de enkele verwijzing naar een brancherichtlijn niet voldoende is om vast te stellen dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was. Bovendien bevindt de betreffende richtlijn zich niet in het dossier, wat in strijd is met artikel 7:18 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en reeds reden geeft tot vernietiging van de inleidende beschikking.

3. Door de advocaat-generaal is de brancherichtlijn aan het dossier toegevoegd. Het hof is van oordeel dat dit niet een op de zaak betrekking hebbend stuk betreft als bedoeld in artikel 7:18 van de Awb, nu de vaststelling van de gedraging en de oplegging van de sanctie daarop niet gebaseerd zijn en het evenmin een noodzakelijk stuk betreft voor het vaststellen van de gedraging. Aldus is geen sprake van schending van de informatieplicht door de officier van justitie, zodat deze grond faalt.

4. Uit artikel 5 van de Wahv volgt het uitgangspunt dat wanneer een gedraging wordt geconstateerd de ambtenaar de bestuurder staande houdt en zijn identiteit vaststelt, zodat hem een sanctie kan worden opgelegd. Slechts wanneer er geen reële mogelijkheid is geweest om de identiteit van de bestuurder vast te stellen, mag de sanctie aan de kentekenhouder worden opgelegd.

5. Het zaakoverzicht houdt onder meer het volgende in:“Reden geen staandehouding: corona-maatregel. Betrokken voertuig uit het zicht verloren daar voertuig over de brancherichtlijnen met uitloop reed.”

6. Door de advocaat-generaal is een aanvullend proces-verbaal van 21 juni 2022 overgelegd, waarin de ambtenaar nog als volgt verklaart:“Omdat ik in een onopvallend voertuig reed dat niet zwaarder was dan 5000 kg voeg ik alleen de informatie toe die daarop van toepassing is.Maximumsnelheid: De rijbaan wordt bereden met een snelheid van maximaal 40 km per uur boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid voor voertuigen lichter dan 5000 kg toegestane maximum massa. Deze richtlijn mag enkel worden overschreden door speciale-eenheden en indien bijzondere situatie zoals bijvoorbeeld terroristische misdrijven en dergelijk.Betrokkene liep op mijn voertuig uit. Daar waar de verkeerssituatie dat toeliet probeerde ik (…) het voertuig te volgen. Ik (…) belde met de meldkamer maar deze gaf aan dat er geen vrije voertuigen waren in de richting die wij aflegden. Bij het overschrijden van de brancherichtlijnen stopte ik (…) het volgen om gevaar voor mijzelf en derden te mijden. Hier op volgend besloten om bekeuring op kenteken te schrijven. (…)de maximumsnelheid was 100 km/h. Gezien het feit dat betrokkene op mij uitliep en ik betrokkene uit het oog verloor betekent dat betrokkene dus harder dan 140 km/h reed.”Zoals onder 3. al is overwogen is de betreffende brancherichtlijn bijgevoegd.

7. Het hof is van oordeel dat onder de door de ambtenaar omschreven omstandigheden, waarbij hij gevolg gaf aan de brancherichtlijn, niet kan worden geoordeeld dat de ambtenaar in redelijkheid niet tot zijn beslissing heeft kunnen komen om af te zien van staandehouding van de bestuurder van het voertuig. De sanctie is terecht met toepassing van artikel 5 van de Wahv aan de betrokkene als kentekenhouder opgelegd. De grond faalt.

8. Gelet op het voorgaande heeft de kantonrechter het beroep terecht ongegrond verklaard en zal het hof die beslissing bevestigen. Aanleiding voor toekenning van een proceskostenvergoeding is er niet.

De beslissing

Het gerechtshof:

bevestigt de beslissing van de kantonrechter;

wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.

Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Verstraaten als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.