Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-09-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:7611, 200.298.279/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-09-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:7611, 200.298.279/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 september 2022
Datum publicatie
7 september 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:7611
Zaaknummer
200.298.279/01

Inhoudsindicatie

Ouderlijk gezag. In afwijking van het advies van de raad voor de kinderbescherming behoudt de vader zijn ouderlijk gezag. Binnen de ondertoezichtstelling is het belangrijk dat de ouders een gelijkwaardige positie hebben.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.298.279/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 515313)

beschikking van 1 september 2022

inzake

[verzoekster] (de moeder),

wonende te [woonplaats1] ,

verzoekster in hoger beroep,

advocaat: mr. B. Eskes te Almere,

en

[verweerder] (de vader),

wonende te [woonplaats1] ,

verweerder in hoger beroep,

advocaat: mr. H.K. Jap A Joe te Utrecht.

Als informant is aangemerkt:

de gecertificeerde instelling

Stichting Samen Veilig Midden-Nederland (de GI),

gevestigd in Almere.

1 Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1

Voor het verloop van de procedure tot 24 augustus 2021 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van die datum. In die tussenbeschikking heeft het hof de raad verzocht een onderzoek in te (doen) stellen naar de (on)mogelijkheden ten aanzien van het ouderlijk gezag over de nader te noemen minderjarige [de minderjarige] .

1.2

Het verdere verloop blijkt uit:

- een verweerschrift namens de vader;

- een brief van de raad van 15 maart 2022 met bijlage(n).

1.3

Ingevolge voormelde tussenbeschikking heeft de raad een rapport uitgebracht op 10 maart 2022, dat aan partijen is toegezonden.

1.4

De mondelinge behandeling heeft op 8 augustus 2022 plaatsgevonden. Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de GI zijn [naam1] en [naam2] verschenen. De raad is zonder bericht niet ter zitting verschenen.

2 De feiten

2.1.

De vader en de moeder hebben tot in 2020 samengewoond. Zij zijn de ouders van [de minderjarige] , geboren [in] 2014, over wie de moeder tot 7 mei 2021 alleen het ouderlijk gezag uitoefende.

2.2

De ouders hebben op 2 april 2020 een ouderschapsplan ondertekend waarin afspraken zijn opgenomen die betrekking hebben op de uitvoering van het ouderschap over [de minderjarige] na de beëindiging van hun samenleving.

2.3

Op verzoek van de moeder heeft de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, bij beschikking van 4 mei 2020 een omgangsregeling tussen de vader en [de minderjarige] vastgesteld overeenkomstig de in het ouderschapsplan opgenomen regeling, waarbij [de minderjarige] eenmaal per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondagavond bij de vader is, alsmede de helft van de feestdagen en (school)vakanties en aan de vader een kinderalimentatieverplichting opgelegd zoals opgenomen in voornoemd ouderschapsplan.

2.4

[de minderjarige] verblijft bij de moeder. Zij heeft sinds de verbreking van de samenleving van haar ouders (juli 2021) geen contact meer met de vader.

2.5

De kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland heeft bij beschikking van 4 april 2022 [de minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI tot 4 april 2023.

3 De omvang van het geschil

3.1

Bij de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van 7 mei 2021 heeft de rechtbank, voor zover hier van belang, bepaald dat het ouderlijk gezag over [de minderjarige] voortaan aan de ouders gezamenlijk toekomt.

3.2

De moeder is met twee grieven in hoger beroep gekomen van de beschikking van 7 mei 2021. Deze grieven zien op het door de rechtbank bepaalde gezamenlijke gezag over [de minderjarige] . De moeder verzoekt het hof de bestreden beschikking (het hof begrijpt voor zover dit de beslissing met betrekking tot het gezag betreft) te vernietigen en de vader alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek om gezamenlijk gezag te verkrijgen over [de minderjarige] , dan wel dit verzoek af te wijzen.

3.3

De vader voert verweer en hij verzoekt het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen.

4 De motivering van de beslissing

5 De slotsom

6 De beslissing