Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10435, 200.292.942

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10435, 200.292.942

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 november 2021
Datum publicatie
11 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:10435
Zaaknummer
200.292.942

Inhoudsindicatie

1:253a lid 4 juncto 1:377e BW, wijziging zorgregeling.

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.292.942

(zaaknummer rechtbank Gelderland 359408)

beschikking van 9 november 2021

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats1] ,verzoeker in het principaal hoger beroep,

verweerder in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de vader,

advocaat: mr. S.C.M. Wouda-van Velzen te Arnhem,

en

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats2] ,

verweerster in het principaal hoger beroep,

verzoekster in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de moeder,

advocaat: mr. T.C. Putters te Harderwijk.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen (hierna: de rechtbank), van 18 januari 2021, hersteld bij beschikking van 17 juni 2021 uitgesproken onder voormeld zaaknummer, hierna te noemen: de bestreden beschikking.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het beroepschrift met producties, ingekomen op 15 april 2021;

-

een journaalbericht van mr. Wouda-van Velzen van 29 april 2021 met nadere stukken uit de eerste aanleg, tevens aanvullend verzoek,

-

het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;

-

het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties;

-

een journaalbericht van mr. Putters van 15 september 2021 met productie;

-

een journaalbericht van mr. Wouda-van Velzen van 30 september 2021 met producties.

2.2.

De mondelinge behandeling heeft op 12 oktober 2021 plaatsgevonden. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad) is [naam1] verschenen.

3 De feiten

3.1.

Partijen zijn de ouders van:

- [de minderjarige1] , geboren [in] 2009 in [plaats1] , en

- [de minderjarige2] , geboren [in] 2012 in [plaats2] .

De ouders zijn samen belast met het gezag over de kinderen.

3.2.

De ouders hebben op 12 maart 2013 afspraken met elkaar gemaakt die zijn neergelegd in een ouderschapsplan, waaronder een zorgregeling. In de beschikking van 12 september 2013 heeft de rechtbank Gelderland de zorgregeling gewijzigd. Daarna hebben partijen in onderling overleg nog een aantal keer de zorgregeling gewijzigd. In de beschikking van 1 mei 2017 van de rechtbank Gelderland is aan de moeder vervangende toestemming verleend voor de verhuizing naar [plaats3] en is als gevolg daarvan de zorgregeling gewijzigd.

De procedure die tot de bestreden beschikking voerde is begonnen met een verzoek van de vader tot wijziging van deze zorgregeling. Gedurende de procedure in eerste aanleg is de moeder naar [woonplaats2] verhuisd, hetgeen mede aanleiding is geweest voor de rechtbank om over te gaan tot een aanpassing van de zorgregeling.

3.3.

[in] 2017 is [de minderjarige3] geboren, zoon van de vader en zijn partner.

3.4.

[in] 2019 is [de minderjarige4] geboren, zoon van de moeder en haar partner.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

7 De beslissing