Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-06-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4126, 21-002525-19
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-06-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4126, 21-002525-19
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 2 juni 2020
- Datum publicatie
- 2 juni 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:4126
- Zaaknummer
- 21-002525-19
Inhoudsindicatie
Jeugdstrafzaak. Bewezenverklaring artikel 245 Sr. Toepassing artikel 9a Sr.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002525-19
Uitspraak d.d.: 2 juni 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 23 april 2019 met parketnummer 16-659259-17 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [2001] ,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 19 mei 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze heeft gevorderd de verdachte wegens het subsidiair tenlastegelegde te veroordelen tot 26 dagen jeugddetentie met aftrek van het voorarrest en toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 1.397,78, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. I.T.H.L. van de Bergh, naar voren is gebracht.