Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10558, 21-003220-20

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-12-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10558, 21-003220-20

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 december 2020
Datum publicatie
17 december 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:10558
Zaaknummer
21-003220-20

Inhoudsindicatie

Jeugdstrafrecht. Veroordeling wegens openlijke geweldpleging tegen goederen tot een voorwaardelijke werkstraf van 20 uren met een proeftijd van twee jaren. Het hof stelt vast dat verdachte niet alleen de groep getalsmatig heeft versterkt, maar dat hij door zijn opzet heeft gehad op de ten laste gelegde geweldshandelingen en daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met het individuele aandeel van verdachte. Het hof wijst de vordering van de benadeelde partij toe. In een situatie van openlijk geweld is artikel 6:166 van het Burgerlijk Wetboek (hierna ook BW) van toepassing dat ziet op groepsaansprakelijkheid. De hoofdelijke aansprakelijkheid leidt ertoe dat de benadeelde ter verkrijging van volledige vergoeding daarvan ermee kan volstaan één van de tot de desbetreffende groep behorende personen aan te spreken. De mate van betrokkenheid of de rol van de afzonderlijke deelnemers bij het onrechtmatig handelen is daarbij niet van belang.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-003220-20

Uitspraak d.d.: 16 december 2020

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland van 15 september 2020 met parketnummer 18-096572-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,

wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 december 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde tot een geheel voorwaardelijke taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie, met aftrek van het voorarrest, en met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij geheel wordt toegewezen ad € 516,69, hoofdelijk, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. P.R. Logemann, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De tenlastelegging

Overweging met betrekking tot het bewijs

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Strafbaarheid van de verdachte

Oplegging van straf en/of maatregel

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]

Toepasselijke wettelijke voorschriften

BESLISSING

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]