Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-06-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5243, 200.225.783/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-06-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5243, 200.225.783/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 juni 2019
Datum publicatie
27 juni 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:5243
Zaaknummer
200.225.783/01

Inhoudsindicatie

Cao Openbaar Vervoer. Geschil over uitleg berekening vergoeding voor onregelmatige diensten en gebroken diensten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.225.783/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 5663696)

arrest van 25 juni 2019

in de zaak van

Connexxion Openbaar Vervoer N.V.,

gevestigd te Hilversum,

appellante,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: Connexxion,

advocaat: mr. B. Schouten, kantoorhoudend te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [A] ,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiser,

hierna: [geïntimeerde],

advocaat: mr. H. Aydemir, kantoorhoudend te Utrecht.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 20 september 2017 dat de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 13 oktober 2017,

- de memorie van grieven (met producties),

- de memorie van antwoord (met producties),

- een H12-formulier van mr. Aydemir van 10 mei 2019 (met producties 3 tot en met 5),

- het proces-verbaal van de op 29 mei 2019 gehouden comparitie van partijen, waarbij partijen spreeknotities hebben overgelegd.

2.2

Vervolgens hebben partijen arrest verzocht en heeft het hof arrest bepaald op de voorafgaand aan de comparitie overgelegde gedingstukken, aangevuld met het proces-verbaal van de comparitie.

2.3

Connexxion vordert in het hoger beroep - samengevat - vernietiging van het vonnis van 20 september 2017, met niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] en veroordeling van hem tot terugbetaling van al hetgeen hij uit hoofde van het vonnis heeft ontvangen en in de proceskosten van beide instanties.

3 De vaststaande feiten

3.1

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.7 van het bestreden vonnis. Aangevuld met feiten die in hoger beroep eveneens vast staan zijn de feiten, voor zover in hoger beroep van belang, als volgt.

3.2

[geïntimeerde] , geboren [in] 1951, is vanaf 31 augustus 1987 in dienst van (de rechtsvoorganger van) Connexxion in de functie van buschauffeur. In de periode van

1 januari 2014 tot 1 juni 2015 heeft [geïntimeerde] zijn werkzaamheden verricht vanuit de standplaats Emmeloord en vanaf 1 juni 2015 was hij werkzaam vanuit de standplaats Zwartsluis. Per 1 november 2016 is [geïntimeerde] gepensioneerd en is zijn arbeidsovereenkomst met Connexxion geëindigd.

3.3

Op de arbeidsovereenkomst was de Cao Openbaar Vervoer (hierna: de cao) van toepassing. In de cao die gold voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 staat, voor zover van belang:

Artikel 3 (definities)

In deze CAO verstaan onder:

(…)

3. Fulltimer: de werknemer met wie is overeengekomen dat hij gedurende het normale aantal arbeidsuren, zoals bedoeld in deze CAO, arbeid verricht.

4. Parttimer: de werknemer met wie is overeengekomen dat hij gedurende een gedeelte van het normale aantal arbeidsuren, zoals bedoeld in deze CAO, arbeid verricht.

(…)

12. Toeslag: een vaste financiële vergoeding op grond van persoonlijke prestaties of omstandigheden.

13. Toelage: een vergoeding in geld of tijd die verband houdt met de werkomstandigheden waaronder, of met de tijd gedurende welke arbeid moet worden verricht.

(…)

Artikel 9 (parttimers)

De bepalingen van deze CAO en de bijlagen zijn van toepassing op parttimers, met inachtneming van het gestelde in dit artikel.

(…)

4. Ten aanzien van de parttimer dienen de navolgende artikelen op de hierna aangegeven wijze te worden aangepast:

(…)

Artikel 33 (toelage voor onregelmatige arbeid)

De toelage wordt toegekend over de werkelijk gewerkte uren. De middeling, zoals bedoeld in artikel 29 lid 3, is niet van toepassing.

(…)

Artikel 20 (arbeidstijdenregeling ouderen)

1. Voor de werknemer die in enig jaar de leeftijd van 50 jaar bereikt, geldt met ingang van de nieuwe dienstregeling, doch uiterlijk 1 juni van dat jaar, een werkweek van 36 uur, met behoud van het volle functieloon.

Indien de werknemer de 50-jarige leeftijd bereikt vóór 1 juni van enig jaar, gaat de 50-plusregeling in op het moment dat de nieuwe dienstregeling van kracht wordt, maar uiterlijk op 1 juni van dat jaar.

Indien de werknemer de 50-jarige leeftijd bereikt op of na 1 juni van enig jaar, gaat de 50-plusregeling in op 1 juni van dat jaar.

De werkweek van 36 uur ontstaat door, naast de 12 ATV-dagen en 10 halve ATV-dagen, jaarlijks 18 halve ATV-dagen in het dienstrooster of de werktijdregeling op te nemen, tenzij de werkgever in overleg met de groep betrokken ouderen en ondernemingsraad een andere verdeling van hele en halve ATV-dagen overeenkomt.

2. Deze werknemers kunnen ook kiezen voor een vijfdaagse werkweek van gemiddeld 35 uur. De werkweek van 35 uur gemiddeld laat een afwijking toe van maximaal een half uur naar boven (35,5 uur) en maximaal een half uur naar beneden (34,5 uur). Diensten kennen een minimum van 6 uur en een maximum van 7,5 uur.

3. In plaats van het bepaalde in de artikelen 33 en 34 heeft de werknemer van 50 jaar of ouder aan wie arbeidstijdverkorting is toegestaan recht op een vaste toeslag voor onregelmatige uren en gebroken diensten die gebaseerd is op het actuele dienstenpakket.

Deze toeslag wordt als volgt berekend:

a. a) Indien het werkpakket van de werknemer van 50 jaar of ouder een afspiegeling is van het werkpakket van een werknemer jonger dan 50 jaar, wordt de toeslag berekend op basis van de gemiddelde toeslag van het totale dienstenpakket;

b) Indien de werknemer van 50 jaar of ouder en de werknemer jonger dan 50 jaar binnen één roulering werkzaam zijn, wordt de toeslag berekend op basis van de gemiddelde toeslag van het eigen dienstenpakket;

c) Indien het werkpakket van de werknemer van 50 jaar of ouder geen afspiegeling is van het werkpakket van een werknemer jonger dan 50 jaar, wordt de toeslag berekend op basis van de gemiddelde toeslag van de werknemer jonger dan 50 jaar (tenzij deze toeslag lager is dan de gemiddelde toeslag van de eigen roulering);

d) Indien een werknemer heeft gekozen voor een 35-urige werkweek als bedoeld in lid 2, wordt de toeslag berekend als vermeld in sub c.

4. De vaste toeslag als bedoeld in lid 3 wordt opgenomen in de pensioen- en VUT-grondslag en in de berekening van de vakantiebijslag.

5. Voor deze groep werknemers zal desgewenst een apart rooster per vestiging worden opgesteld.

(…)

Artikel 29 (wijze van betaling van het inkomen)

1. Maandelijks worden het salaris alsmede eventuele de toeslagen en toelagen betaald, zoals deze overeenkomstig deze CAO berekend worden.

(…)

3. In overleg met de ondernemingsraad kan besloten worden, dat toelagen - voor zover deze zich daarvoor lenen - worden gemiddeld.

(…)

Artikel 33 (toelage voor onregelmatige arbeid)

1. Aan de werknemer die is ingedeeld in een loonschaal lager dan 11 en arbeid verricht op de hierna te noemen dagdelen, wordt een onregelmatigheidstoelage toegekend voor arbeidsuren op:

• maandag tot en met vrijdag van 06.00 uur tot 07.30 uur: 15 % van het uurloon;

• maandag tot en met vrijdag van 19.00 uur tot 24.00 uur en van 05.30 uur tot 06.00 uur: 30 % van het uurloon;

• zaterdag van 05.30 uur tot 24.00 uur: 30% van het uurloon;

• maandag tot en met zaterdag van 00.00 uur tot 05.30 uur: 40 % van het uurloon;

• zon- en feestdagen en de uren van 00.00 uur tot 06.00 uur op werkdagen, indien het een dienst betreft die op een zon- of feestdag is aangevangen: 45 % van het uurloon;

• zon- en feestdagen tussen 00.00 uur en 05.30 uur: 55 % van het uurloon.

2. Het in lid 1 bedoelde uurloon bedraagt (ingaande 1 januari 2014 € 14,23, ingaande 1 juli 2014 € 14,37 en ingaande 1 januari 2015 € 14,51).

(…)

Artikel 34 (toelage voor gebroken diensten)

1. Aan de werknemer die een gebroken dienst verricht, wordt een toelage toegekend van (ingaande 1 januari 2014 € 15,61, ingaande 1 juli 2014 € 15,77 en ingaande 1 januari 2015

€ 15,93).

2. Aan een werknemer die per jaar meer dan 52 gebroken diensten verricht, wordt uiterlijk in de maand februari over het voorafgaand jaar een extra toelage toegekend. Deze toelage wordt berekend door het aantal gebroken diensten dat de 52 te boven gaat te vermenigvuldigen met een bedrag ter grootte van 50% van het onder lid 1 genoemde bedrag.

3. De werknemer die op medische indicatie gebroken diensten verricht en daarnaast een (gemiddelde) toelage voor onregelmatige arbeid en gebroken diensten ontvangt, heeft geen aanspraak op de extra toelage als bedoeld in lid 2, tenzij het overige personeel in de standplaats waar het werknemer werkzaam is gemiddeld meer dan 52 gebroken diensten per jaar verricht. Als dit laatste het geval is ontvangt de werknemer het gemiddelde van het surplus. Deze toeslag is evenmin van toepassing op de diensten die een werknemer op zijn verzoek heeft geruild met de vestigingsleiding.

4. De halve ATV-dagen uit artikel 35 kunnen niet dienen als rusttijd tussen de dienstdelen van een gebroken dienst.

Artikel 35 (arbeidstijden/ATV/Koop en verkoop ATV)

(…)

1.

a. a) Uitgangspunt is een vijfdaagse werkweek van 40 uur. De normale arbeidsduur per week bedraagt, na aftrek van ATV, 37,38 uur per week.

(…)

Artikel 39 (afbouwtoelage)

1. Wanneer voor een werknemer de omstandigheden, die tot toekenning van onregelmatigheidstoelage en toelage gebroken diensten hebben geleid, zich wijzigen of worden herzien, zal aan die werknemer een tijdelijke toelage worden toegekend, overeenkomstig het bepaalde in lid 3, indien de vermindering van inkomsten meer dan (ingaande 1 januari 2014 € 17,37 ingaande 1 juli 2014 € 17,54 en ingaande 1 januari 2015 € 17,72) per maand bedraagt.

(…)

3. De in lid 1 en lid 2 bedoelde toelage bedraagt gedurende de eerste 3 maanden nadat is komen vast te staan dat de wijziging of herziening heeft plaatsgevonden 80% van het verschil tussen het bedrag aan onregelmatigheidstoelage en toelage gebroken diensten dat gemiddeld in het jaar daaraan voorafgaand is ontvangen en het bedrag dat na de wijziging wordt ontvangen. Telkens na elk kwartaal zal dit percentage met 20% worden verminderd.

3.4

Tot 1 januari 2014 werd de vergoeding voor onregelmatige diensten en gebroken diensten (hierna: de OTGD) berekend en aan [geïntimeerde] betaald op basis van artikel 20 lid 3 van de cao. De berekening van het uit te keren gemiddelde OTGD vindt volgens onderstaand schema plaats.

Met toepassing van dit schema is de OTGD van [geïntimeerde] tot 1 januari 2014 berekend en betaald op basis van de gemiddelde toeslag van het eigen dienstenpakket.

3.5

Per 1 januari 2014 heeft Connexxion in overleg met de ondernemingsraad (hierna: de OR) de systematiek van de OTGD gewijzigd. In plaats van individuele berekeningen (eigen dienstenpakket) werd de OTGD voortaan overal per standplaats gemiddeld.

3.6

Op verzoek van de rayoncommissie in de concessie IJsselmond, waar de standplaats Emmeloord onder valt, is het besluit tot middeling in dat concessiegebied met ingang van 10 december 2017 gewijzigd in een gemiddelde per roulering.

4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

5 De beoordeling van de grieven en de vordering

6 De slotsom

7 De beslissing