Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-03-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2701, 200.242.171/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-03-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2701, 200.242.171/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 maart 2019
- Datum publicatie
- 28 maart 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:2701
- Zaaknummer
- 200.242.171/01
Inhoudsindicatie
Vordering tot ontbinding huurovereenkomst door woningbouwcorporatie vanwege huurachterstand wordt in hoger beroep niet toegewezen. De achterstand is inmiddels betaald, ook de verhuurster is tekortgeschoten in haar verplichtingen (hoewel die tekortkoming de huurder niet het recht gaf op te schorten) en is de huurder niet tegemoet gekomen. Huurder huurde de woning al enkele tientallen jaren. Onder deze omstandigheden rechtvaardigt de tekortkoming van de huurder (die ten onrechte de huur opschortte om de corporatie onder druk te zetten) de ontbinding van de huurovereenkomst niet.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.242.171/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 6461753 \ CV EXPL 17-7751)
arrest van 26 maart 2019
in de zaak van
1 [appellant] ,
wonende te [A] ,
hierna: [appellant],
2. [appellante],
wonende te [A] ,
hierna: [appellante],
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten] c.s.,
advocaat: mr. J.M. Jansen, kantoorhoudend te Roden,
tegen
Stichting Woonborg,
gevestigd te Tynaarlo,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Woonborg,
niet verschenen.
1 Het verloop van de procedure in eerste aanleg
Het verloop van de procedure in eerste aanleg blijkt uit het vonnis van 10 april 2018 van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Assen (hierna: de kantonrechter).
2 Het verloop van de procedure in hoger beroep
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:
- de appeldagvaarding van 20 juni 2018;- de memorie van grieven (met producties).
Vervolgens hebben [appellanten] c.s. de processtukken ingediend en heeft het hof arrest bepaald.
De vorderingen van [appellanten] c.s. in hoger beroep strekken ertoe dat het vonnis van 10 april 2018 wordt vernietigd, dat de vorderingen van Woonborg alsnog worden afgewezen en Woonborg veroordeeld wordt tot terugbetaling (te vermeerderen met wettelijke rente) van wat [appellanten] c.s. op grond van het te vernietigen vonnis aan Woonborg hebben voldaan, een en ander met veroordeling van Woonborg in de proceskosten in beide instanties, te vermeerderen met nasalaris.