Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-10-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9284, 200.213.114

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-10-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9284, 200.213.114

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 oktober 2018
Datum publicatie
1 november 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:9284
Zaaknummer
200.213.114

Inhoudsindicatie

Effectenlease. Waiver zaak. Verklaring voor recht toegewezen. Geen mogelijke vordering vanwege adviseren tussenpersoon (Vero), hanteren onjuiste afrekenkoers en buitengerechtelijke kosten.

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.213.114

(zaaknummer rechtbank Gelderland, locatie Zutphen: 3853979)

arrest van 23 oktober 2018

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: [appellant] ,

advocaat: mr. J.B. Maliepaard,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Dexia Nederland B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde,in eerste aanleg: eiseres,

hierna: Dexia,

advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 1 juni 2016, dat de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 20 juli 2016,

- de memorie van grieven, met producties,

- de memorie van antwoord, met producties,

- een akte van [appellant] , met producties, - een antwoordakte van Dexia.

2.2

Vervolgens heeft [appellant] de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten

3.1

Tussen Dexia (als rechtsopvolgster van (onder meer) Legio-Lease B.V. (hierna: Legio-Lease)) en [appellant] is op 11 maart 1998 een effectenleaseovereenkomst tot stand gekomen genaamd “Spaarleasen” met contractnummer [contractnummer] (hierna: de overeenkomst). De overeenkomst is aangegaan voor de duur van 180 maanden (15 jaar). De overeenkomst had een totaal overeengekomen leasesom van omgerekend € 11.965,37.

3.2

Volgens de opgave van Dexia heeft [appellant] op grond van de overeenkomst in totaal € 10.494,09 aan maandtermijnen aan Dexia betaald. [appellant] heeft in totaal een bedrag van € 1.526,03 aan dividenden en een einduitkering van € 729,29 ontvangen.

3.3

Bij brief van 28 juli 2006 heeft Leaseproces B.V. (hierna: Leaseproces) namens [appellant] aan Dexia bericht dat de overeenkomst nietig is, dat zij de overeenkomst vernietigt, ontbindt en is Dexia gesommeerd om binnen twee weken alle door [appellant] betaalde bedragen vermeerderd met wettelijke rente, terug te betalen, alsmede BKR te Tiel op de hoogte te stellen van de vernietiging van de overeenkomst.

3.4

Op 25 januari 2007 heeft het Gerechtshof Amsterdam de zogeheten “Duisenberg-regeling” voor aandelenleaseproducten algemeen verbindend verklaard in de zin van de Wet op de Collectieve Afwikkeling Massaschade (ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ7033). [appellant] heeft door middel van een “opt-out” verklaring in de zin van artikel 7:908 lid 2 BW aangegeven niet aan de voornoemde regeling gebonden te willen zijn.

3.5

In zijn arresten van 28 maart 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC2837) en 5 juni 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BH2815) heeft de Hoge Raad een oordeel gegeven over de rechtsregels en de beoordelingsmaatstaven die van toepassing zijn op effectenleasezaken als de onderhavige. Op 1 december 2009 heeft het Gerechtshof Amsterdam in een viertal arresten (ECLI:NL:GHAMS:2009:BK:4978, BK4981, BK4982 en BK4983) de uitspraak van de Hoge Raad uitgewerkt in het zogeheten “hofmodel”. In zijn arrest van 29 april 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP4003) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het hof daarmee een juiste toepassing heeft gegeven aan de eerder bedoelde maatstaven.

3.6

Dexia heeft met betrekking tot de overeenkomst op 10 juni 2011 een eindafrekening opgesteld waaruit blijkt dat de overeenkomst heeft geresulteerd in een positief resultaat van € 729,29.

3.7

Bij brief van 25 januari 2012 heeft Leaseproces namens [appellant] aan Dexia bericht dat [appellant] zich zijn rechten ten aanzien van alle vorderingen op Dexia voorbehoudt. 3.8 De gemachtigde van Dexia heeft bij brieven van 14 augustus 2014 en 19 november 2014 [appellant] de mogelijkheid geboden om aan te tonen dat hij nog recht zou hebben op schadevergoeding. Indien [appellant] zou menen geen recht meer te hebben op enige schadevergoeding, kon hij de bijgevoegde “waiver” ondertekenen en retourneren. [appellant] heeft de waiver niet ondertekend en geretourneerd.

4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

5 De motivering van de beslissing in hoger beroep5.1 [appellant] heeft tegen de beslissing van de kantonrechter een vijftal grieven aangevoerd. De grieven komen er in de kern op neer dat de kantonrechter ten onrechte of op onjuiste gronden heeft geoordeeld dat Dexia niets meer aan [appellant] verschuldigd zou zijn.

6 De slotsom

7 De beslissing