Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1691, 200.173.565/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-02-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:1691, 200.173.565/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
28 februari 2017
Datum publicatie
2 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:1691
Zaaknummer
200.173.565/01

Inhoudsindicatie

Contractenrecht. Vakantiepark met 219 vakantiewoningen.

Verplichting om vakantiewoning te verhuren via bemiddeling van een door de Vereniging aangewezen organisatie. Verjaring.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.173.565/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/18/155904 / KG ZA 15-99)

arrest van 28 februari 2017

in de zaak van

1 [appellant] ,

wonende te [A] (Duitsland),

hierna: [appellant],

2. [appellante] ,

wonende te [A] (Duitsland),

hierna: [appellante],

appellanten,

in eerste aanleg: gedaagden,

hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten] c.s.,

advocaat: mr. M. van Weeren, kantoorhoudend te Amsterdam,

tegen

Vereniging van Eigenaren van het Natuurdorp "Suyderoogh",

gevestigd te [B] ,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna: de VvE,

advocaat: mr. J.H. Linstra, kantoorhoudend te Groningen.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 5 juni 2015 dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft gewezen (hierna: de voorzieningenrechter).

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 3 juli 2015,

- het herstelexploot d.d. 9 juli 2015,

- de memorie van grieven (met producties),

- de memorie van antwoord (met producties),

- een akte van de zijde van [appellanten] c.s.,

- een antwoordakte van de zijde van de VvE.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.3

[appellanten] c.s. vorderen in hoger beroep bij arrest dat het hof, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,

“I. het vonnis van 5 juni 2015 (zaak-/rolnummer: C/18/155904/KG.ZA 15-99), waarvan

beroep, te vernietigen, en (in lijn met hetgeen in eerste aanleg en hoger beroep is

aangevoerd door Appellanten), onder verbetering en de aanvulling van gronden, opnieuw recht te doen, en, de vordering(en) van Suyderoogh alsnog (geheel, althans gedeeltelijk) af te wijzen;

II. Suyderoogh zal veroordelen om al hetgeen Appellanten ter uitvoering van het bestreden

vonnis van 5 juni 2015 aan Suyderoogh hebben voldaan of nog zullen voldoen aan Appellanten terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente van de dag van

betaling tot de dag van terugbetaling;

III. Suyderoogh te veroordelen in de proceskosten in beide instanties, nasalaris hieronder te

begroten, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen veertien dagen na de

dag waarop het arrest is gewezen aan Appellanten zijn voldaan, daarover vanaf de

veertiende dag wettelijke rente verschuldigd is.”

3 De vaststaande feiten

4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

5 De beoordeling van de grieven en de vordering

6 De slotsom

7 De beslissing