Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-06-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5326, 200.169.533

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-06-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5326, 200.169.533

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 juni 2016
Datum publicatie
11 augustus 2016
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2016:5326
Zaaknummer
200.169.533

Inhoudsindicatie

Beëindiging partneralimentatie. Verbreking lotsverbondenheid.

Uitspraak

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, familie

zaaknummer gerechtshof 200.169.533

(zaaknummers rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 372523 en 372524)

beschikking van 30 juni 2016

inzake

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] ,verzoekster in het principaal hoger beroep, verweerster in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. I.M.B. Kramer te Amsterdam,

en

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in het principaal hoger beroep,

verzoeker in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de man,

advocaat: mr. C.L. van Olst te Arnhem.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 11 februari 2015, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift met producties, ingekomen op 8 mei 2015;

- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep, ingekomen op 27 juli 2015;

- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep, ingekomen op 26 oktober 2015;

- een journaalbericht van mr. Van Olst van 28 juli 2015 met bijlagen 17 tot en met 20;

- een journaalbericht van mr. Van Olst van 11 februari 2016 met bijlagen 20 en 21;

- een journaalbericht van mr. Van Olst van 15 februari 2016 met bijlagen 22 tot en met 24;

- een brief van mr. Kramer van 15 februari 2016 met bijlagen 18 tot en met 27;

- een journaalbericht van mr. Kramer van 15 februari 2016 met bijlage 28.

2.2

De mondelinge behandeling heeft op 25 februari 2016 plaatsgevonden. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.

3 De vaststaande feiten

3.1

Partijen zijn op 31 augustus 1999 met elkaar gehuwd. Het huwelijk van partijen is op 5 november 2013 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 17 juli 2013 in de registers van de burgerlijke stand.

3.2

De man en de vrouw zijn de ouders van [kind] , verder: [kind] , geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] , over wie partijen tot 27 oktober 2015 gezamenlijk het gezag uitoefenden. [kind] is ernstig gehandicapt. Hij heeft het Pitt-Hopkins Syndroom. De hoofdverblijfplaats van [kind] was bepaald bij de vrouw. [kind] woont sinds september 2013 niet meer bij de vrouw. Hij woont sindsdien afwisselend bij de man en op woongroep De Berk en De Boog van Reinaerde, verder: De Boog.

3.3

Bij beschikking van 20 mei 2014 heeft de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, [kind] onder toezicht gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht.

3.4

Bij echtscheidingsbeschikking van 17 juli 2013 heeft de rechtbank bepaald dat de man met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand (5 november 2013) als uitkering tot levensonderhoud van de vrouw € 1.166,- per maand en met ingang van 17 juli 2013 € 348,- per maand als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind] telkens bij vooruitbetaling zal voldoen.

3.5

De rechtbank heeft in de bestreden beschikking de bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind] met ingang van 1 maart 2014 tot 31 december 2014 vastgesteld op € 91,- per maand en met ingang van 1 januari 2015 op nihil. De bijdrage van de man in de kosten van levensonderhoud van de vrouw heeft de rechtbank met ingang van 7 juli 2014 op nihil vastgesteld.

3.6

Bij - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking van 27 oktober 2015 heeft de rechtbank Midden-Nederland bepaald dat:- de huidige zorgregeling, waarbij [kind] vier dagen in de week bij Reinaerde (woongroep de Boog) verblijft waar de vrouw hem bezoekt en verzorgt en drie dagen in de week bij de man verblijft, blijft gelden;- het gezag over [kind] voortaan alleen aan de man toekomt, en - het meer of anders verzochte afgewezen.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing in principaal en incidenteel hoger beroep

6 De slotsom

7 De beslissing