Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-01-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:493, 13/00081

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-01-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:493, 13/00081

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
28 januari 2014
Datum publicatie
31 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:494
Formele relaties
Zaaknummer
13/00081

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil of de aanslag dient te worden vernietigd omdat aan de Legesverordening 2010, gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 2010 en geldend voor het jaar 2011 (hierna: de Legesverordening), verbindende kracht moet worden ontzegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de geraamde baten uitgaan boven de geraamde lasten terzake (hierna ook: de opbrengstlimiet) als bedoeld in artikel 229b van de Gemeentewet.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummers 13/00081

uitspraakdatum: 28 januari 2014

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Dantumadiel (hierna: de heffingsambtenaar

tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank) van 18 december 2012, nummers AWB 11/2021, in het geding tussen

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

en de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij aanslag van 31 mei 2011 van belanghebbende ter zake van een omgevingsvergunning € 4.853,35 aan leges gevorderd (hierna: de aanslag).

1.2

Belanghebbende heeft tegen de aanslag bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar van 19 augustus 2011 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft bij uitspraak van 18 december 2012 het beroep gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar en de aanslag vernietigd. Tevens heeft de Rechtbank de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten ten bedrage van € 7 en gelast dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 41 aan belanghebbende vergoedt.

1.4

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Daarna hebben beide partijen nadere stukken ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier die op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigde [A] en namens de heffingsambtenaar drs. [B], [C] en [D].

1.7

Partijen hebben ieder een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Op 9 maart 2011 heeft belanghebbende een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een woonhuis met garage/berging op het perceel [a-straat] 8 te[Z]. Bij besluit van 26 mei 2011 hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dantumadiel de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Daarbij is aan belanghebbende medegedeeld dat de ter zake verschuldigde leges bedragen:

“Bouwkosten: € 148.000,- (excl. BTW)

Legesoverzicht

Legessoort: Bedrag:

Leges Omg.verg. activiteit bouw € 4.435,20

Leges welstandsadvies € 306,00

Leges art. 2.12, lid 1, sub a, onder 1 € 112,15

Leges totaal € 4.853,35”.

2.2

Aan belanghebbende is vervolgens met dagtekening 31 mei 2011 de aanslag opgelegd ten bedrage van € 4.853,35. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Hij heeft gevraagd om een specificatie van de kosten die rechtstreeks in verband staan met zijn aanvraag voor de omgevingsvergunning. De uitspraak op dit bezwaar luidt als volgt:

“(…)

De gemeente heft leges op basis van een verordening, welke gebaseerd is op de gemeentewet. Artikel 229b van de gemeentewet bepaalt dat de tarieven van de leges zodanig worden vastgesteld dat de geraamde baten van de leges niet uitgaan boven de geraamde lasten. De totale kosten voor de gemeente zijn in 2011 geraamd op € 559.876, - en de totale inkomsten zijn op dit bedrag begroot.

De tarieven worden jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.

Bovenstaande impliceert dat de kosten niet per individuele aanvraag worden beoordeeld, maar dat het tarief per eenheid van € 500, - van de bouwkosten wordt berekend.

Een specificatie van de kosten voor uw aanvraag is niet te geven, daar op grond van de wetgeving de tarieven gebaseerd zijn op begrootte kosten voor de gemeente.

Op grond van het bovenstaande verklaar ik uw bezwaar ongegrond.(..)”

2.3

In de beroepsfase heeft de heffingsambtenaar een overzicht van de voor het jaar 2011 geraamde lasten en baten van de bouwleges overgelegd. Deze luidt als volgt:

“Bouwleges 2011

Gbn [0000000]

% toe te rekenen fte's

Prod uren

uren

A

B

C

AxBxC

Coordinator vergunningen 

100%

1,00

1450

1.450,00

Bouwplantoetsing 

100%

5,00

1450

7.250,00

Administartieve kracht

100%

1,00

1450

1.450,00

Totaal uren

10.150,00

uurtarief GO

57,00

Sub totaal

578.550,00

Grootboeknummer

61280005

Advertentiekosten 

20.000,00

61280010

Div. kost. Bouw- en woningtoezicht 

15.626,00

61280911

Inkomsten wijz. Bestemmingsplannen 

- 2.500,00

61280912

Inkomsten procedures planschade

- 1.200,00

61280913

Dwangsommen

- 600,00

Totaal kosten derden

31.326,00

Subtotaal

Bezuiniging (structureel)

- 50.000,00

Totaal bouwleges

559.876,00

RAMING

aantal

gem. bouwkstn

incl.btw

eenheden

geraamde

inkomst.

290

€ 65.000

€ 77.350

154

€ 558.250

Totaal

290

€ 558.250

De raming is gebaseerd op de voorlopige aantallen vanuit 2010, nog niet op de Wabo.

dekkingspercentage

99,7”

2.4

In de procedure voor de Rechtbank heeft de heffingsambtenaar een rapportage, gedagtekend 20 mei 2011 en getiteld "Rapportage kostentoerekening en kostendekking afvalstoffenheffing, rioolheffing, lijkbezorgingsrechten, bouwleges en leges burgerzaken Gemeente Dantumadiel” (hierna: het rapport) overgelegd. Dit rapport is opgemaakt door [E] bv en uitgebracht aan de Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân. Deze commissie heeft samengewerkt met een door de gemeenteraad samengestelde begeleidingscommissie in het onderzoek naar de vraag of de gemeente Dantumadiel ongelimiteerd de tarieven van de gemeentelijke heffingen voor de jaren 2009, 2010 en 2011 heeft verhoogd.

2.5

De hoofdvraag bij dit onderzoek luidt volgens onderdeel 2.1 van het rapport als volgt: "Zijn de tarieven en de toerekeningssystematiek van de leges/heffingen volgens de daarvoor landelijk geldende wettelijke uitgangspunten en de gemeentelijke besluiten vastgesteld c.q. opgesteld en uitgevoerd?".

Deze hoofdvraag betreft de volgende tarieven/heffingen/leges:

(…)

(…)

(…)

Leges bouwvergunningen; en

Leges Burgerzaken

2.6

In hoofdstuk 3 van het rapport staan de bevindingen. Deze luiden - voor zover hier van belang - als volgt:

“(…) met ingang van begrotingsjaar 2010 zijn de kosten en opbrengsten gebaseerd op reële begrotingsramingen van het betreffende jaar, waarbij natuurlijk ook gebruik is gemaakt van historische kennis. Los van de wijze van ramen, is dit (vanaf 2010) de juiste methode en is de voordien gevolgde methode theoretisch onjuist, hoewel in de rechtspraak ook die methode wordt geaccepteerd als aangetoond wordt dat retrospectief bezien de methode tot reële bedragen heeft geleid. (…)

"Dantumadiel hanteert als kostenverdeelmethode de kostenplaatsenmethode. In die methode worden alle kosten van de organisatie toegedeeld aan alle in de organisatie werkzame personen, om zo een "kostprijs per uur" of een kostprijs per medewerker te berekenen. (…)

a. De vaststelling van het aantal productieve uren

Dantumadiel gaat uit van de veronderstelling dat een fte 1450 productieve uren per jaar maakt. Wij hebben begrepen dat de berekening van deze 1450 niet meer is te achterhalen. Om een oordeel te krijgen over de waarschijnlijkheid van deze aanname, vergelijken we dit aantal met het aantal productieve uren uit de Handleiding overheidstarieven 2011 van het ministerie van Financiën. Deze handleiding gaat uit van 1372 productieve uren. (…) Nader onderzoek naar het aantal productieve uren lijkt geboden. Immers, indien het aantal productieve uren in Dantumadiel in feite lager ligt dan 1450, dan is het gehanteerde uuurtarief te laag. De kosten zijn dan immers verdeeld over een te groot aantal uren. (…)

Doordat er geen tijdsregistratie is, is de kostendekkendheid van de verschillende heffingen niet volledig zuiver te bepalen. Overwogen dient te worden of er een tijdsregistratie in het leven moet worden geroepen voor de producten die aan derden in rekening worden gebracht."

2.7

In onderdeel 3.5 over bouwleges worden – voor zover hier van belang – in het rapport de volgende conclusies getrokken:

" Conclusies

De kostendekkendheid van de bouwleges 2011 is op ramingsbasis 100% en van de sloopleges 73%. De kostendekkendheid van de vrijstellingsprocedures is niet vast te stellen. (…)

De (marginale) kosten en opbrengsten van planschadeprocedures en dwangsommen worden ten onrechte aan de leges toegerekend.

De toerekenbare kosten kunnen fors worden verhoogd met de kosten van eerste controle op het naleven van vergunningsvoorschriften. Voor de exacte hoogte van de toerekenbare kosten dient nader onderzoek te worden gedaan.

De gemeente loopt een risico dat de rechter de legestarieven in een procedure onverbindend verklaart. Er is namelijk geen raming op het niveau van de Wabo-kolom."

2.8

In onderdeel 3.6 van het rapport zijn de conclusies ten aanzien van de leges burgerzaken opgenomen.

Conclusies

De leges Burgerzaken vertonen op ramingsbasis tekorten van € 147.000 in 2009 tot € 201.000 in 2011.

De kostendekkendheid van de leges Burgerzaken 2011 is 54%. De kostendekkendheid van de Burgerlijke stand is 8%, van identiteitsbewijzen 114%, van rijbewijzen 156% en van de GBA 9%. In absolute bedragen weegt de GBA het zwaarst. (…)”

2.9

In een bijlage van het rapport is een raming van de begrote lasten en baten van de leges burgerzaken van het jaar 2011 opgenomen. Deze is:

Burgerzaken 2011

Omschrijving grootboeknummer

Kostensoort

Bedragen

Dekking

Burgerlijke stand

burgerlijke stand

overige goederen en diensten

€ 2.316

doorberekende huisvestingskosten

kostenplaats gemeentehuis

€ 16.500

doorberekende kosten bedrijfsvoering

kostenplaats stafgroep Stipe

€ 53.543

LEGES

leges en rechten

€ 6.035

8%

Saldo

€ (66.324)

Identiteitsbewijzen

rijksleges

Rijksleges

€ 60.000

diverse kosten paspoorten

overige goederen en diensten

doorberekende kosten bedrijfsvoering

kostenplaats stafgroep Stipe

€ 54.450

LEGES

leges en rechten

€ 131.000

114%

Saldo

€ 16.550

Rijbewijzen

Rijbewijzen

overige goederen en diensten

€ 1.007

rijksleges

Rijksleges

€ 23.000

eigen verklaringen

overige goederen en diensten

€ 7.049

doorberekende kosten bedrijfsvoering

kostenplaats stafgroep Stipe

€ 19.663

LEGES

leges en rechten

€ 79.000

156%

Saldo

€ 28.281

GBA

persoonsregistratie

overige goederen en diensten

€ 3.525

berichtenverkeer GBA

overige goederen en diensten

rijksleges persoonsregistratie

Rijksleges

€ 9.063

doorberekende kosten bedrijfsvoering

kostenplaats stafgroep Stipe

€ 184.949

LEGES

leges en rechten

€ 18.000

9%

Saldo

€ (179.537)

Totaal leges Burgerzaken 2011

€ 234.035

Totaal kosten Burgerzaken 2011

€ 435.065

Saldo Burgerzaken 2011

€ (201.030)

54%

2.10

In hoofdstuk 5 van het rapport (Conclusies en aanbevelingen) wordt het antwoord op de bij 2.5 vermelde hoofdvraag gegeven. Dit antwoord luidt - voor zover hier van belang - als volgt:

"Uit ons onderzoek blijkt dat er bij de rioolheffing, lijkbezorgingsrechten, bouwleges en leges burgerzaken onvoldoende transparantie is om de kostentoedeling en kostendekkendheid eenvoudig te kunnen controleren: informatie dient uit veel verschillende bronnen te worden verzameld en geïnventariseerd, sommige informatie is niet voor handen (zie hoofdstuk 3). Dit betekent overigens nog niet dat de tariefstelling onjuist is of dat de kostendekkendheid niet kan worden bepaald.(…) De begroting voor de bouwleges laat voor de jaren 2009 tot en met 2001 een (nagenoeg) 100% kostendekkendheid zien (zie hoofdstuk 3)"

2.11

Bijlage 3 van het nader stuk van de heffingsambtenaar in hoger beroep luidt als volgt:

(…)

Aansluiting met de begrotingscijfers:

Inkomsten leges Kostedekkendheidsberekening 609.876

Bijstelling cq bezuiniging - 50.000

Totaal in begroting opgenomen

(netto Inkomsten leges grootboeknummer [0000000]) 559.876

Overige geraamde kosten:

Terugontvangsten leges schoonheidscommissie Hûs en Hiem 30.000

Inkomsten wijzigen bestemmingsplannen 2.500

Inkomsten procedures planschade 1.200

Dwangsommen 600

Totaal overig geraamde inkomsten 34.300

Totaal inkomsten/Baten 594.176”

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is in geschil of de aanslag dient te worden vernietigd omdat aan de Legesverordening 2010, gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 2010 en geldend voor het jaar 2011 (hierna: de Legesverordening), verbindende kracht moet worden ontzegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de geraamde baten uitgaan boven de geraamde lasten terzake (hierna ook: de opbrengstlimiet) als bedoeld in artikel 229b van de Gemeentewet.

3.2

De heffingsambtenaar beantwoordt deze vraag ontkennend. Hij stelt dat bij de beantwoording van die vraag niet enkel de desbetreffende titel uit de tarieventabel behorende tot de Legesverordening (hierna: de Tarieventabel) in aanmerking moet worden genomen, doch dat de gehele Legesverordening, met inbegrip van de gehele Tarieventabel, beoordeeld dient te worden en concludeert dat de geraamde kosten de geraamde baten van 2011 ruimschoots overtreffen zodat van een overschrijding van de opbrengstlimiet geen sprake is.

3.3

Belanghebbende is van mening dat de opbrengstlimiet beoordeeld dient te worden enkel aan de hand van de elementen die behoren tot titel 2 van de Tarieventabel, en dat de gegevens uit titel 1 en 3 van de Tarieventabel buiten beschouwing dienen te worden gelaten. Bij beoordeling van de gegevens van titel 2 van de Tarieventabel vindt volgens belanghebbende door de onjuiste raming van de arbeidskosten een overschrijding van de geraamde baten op de geraamde lasten plaats. Subsidiair stelt belanghebbende zich op het standpunt dat de Legesverordening, met inbegrip van de gehele Tarieventabel, in haar geheel beschouwd tot de conclusie leidt dat de opbrengstlimiet wordt overschreden.

3.4

Niet in geschil is dat indien de Legesverordening verbindend is, de aanslag tot het juiste bedrag is vastgesteld.

3.5

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.6

De heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot ongegrondverklaring van het beroep. Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten en griffierechten

6 Beslissing