Gerechtshof Amsterdam, 27-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3327, 23-001284-21
Gerechtshof Amsterdam, 27-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3327, 23-001284-21
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 27 oktober 2021
- Datum publicatie
- 3 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2021:3327
- Zaaknummer
- 23-001284-21
Inhoudsindicatie
Overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Weigeren bloedonderzoek. Vordering TUL. GB €1.000 + ontzegging rjibevoegdheid 12 maanden wv. 8 maanden vw. met een proeftijd van 2 jaren.
Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 96-139128-19 en 09-168279-17 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-001224-21
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdend te Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van
27 oktober 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank
Den Haag van 29 januari 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats]
adres: [adres].
Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994
gepleegd
op 1 juni 2019 te Leiden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24 en 24c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 163, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing op de vordering tenuitvoerlegging inzake parketnummer 09-852203-18, en doet in zoverre opnieuw recht.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Den Haag van 13 juni 2019, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 21 januari 2019 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) dagen.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige behalve ten aanzien van de strafmaat en met dien verstande dat artikel 8 lid 2 onder b van de Wegenverkeerswet 1994 komt te vervallen.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging, groot 8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 29 november 2017, parketnummer 09-168279-17, te weten van:
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) dagen.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 20 december 2017, parketnummer 09-254415-17, te weten van:
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) dagen.
Gewezen door mr. N.A. Schimmel, in bijzijn van L.M. van Leeuwen, griffier.
mr. N.A. Schimmel