Home

Gerechtshof Amsterdam, 15-12-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3557, 200.269.371/01 en 200.269.378/01

Gerechtshof Amsterdam, 15-12-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3557, 200.269.371/01 en 200.269.378/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
15 december 2020
Datum publicatie
28 december 2020
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:3557
Zaaknummer
200.269.371/01 en 200.269.378/01

Inhoudsindicatie

Echtscheiding. Zorgregeling. Kinderalimentatie. Gebruiksvergoeding. Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Vergoedingsrechten. Schenkingen onder uitsluitingsclausule. Beleggingsleer.

Uitspraak

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Zaaknummers: 200.269.371/01 en 200.269.378/01

Zaaknummers rechtbank: C/13/647505 / FA RK 18-2883 es (JK TM) en

C/13/660883/ FA RK 19-452 veve

Beschikking van de meervoudige kamer van 15 december 2020 inzake

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker in principaal hoger beroep,

verweerder in incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de man,

advocaat: mr. A.M.B. Leerkotte te Utrecht,

en

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerster in principaal hoger beroep,

verzoekster in incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. O.J.V. van Beekhof te Amsterdam.

In zijn adviserende en/of toetsende taak is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming,

hierna te noemen: de raad.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 augustus 2019, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

De man is op 15 november 2019 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 21 augustus 2019.

2.2.

De vrouw heeft op 10 januari 2020 een verweerschrift tevens houdende incidenteel hoger beroep ingediend.

2.3.

De man heeft op 24 februari 2020 een verweerschrift op het incidenteel hoger beroep ingediend.

2.4.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een brief van de zijde van de vrouw van 6 februari 2020 met bijlagen (reactie houdende overleggen producties en aanpassing van verzoek VIII), ingekomen op 7 februari 2020;

- een brief van de zijde van de vrouw van 20 maart 2020, (verweerschrift tegen aanvullende verzoeken man), ingekomen op 23 maart 2020;

- journaalbericht van de zijde van de man van 23 april 2020 met bijlagen (producties 18 t/m 44), ingekomen op 24 april 2020;

- een brief van de zijde van de vrouw van 25 mei 2020 met bijlagen (reactie tot overleggen aanvullende producties met toelichting, alsmede productie 30 t/m 47), ingekomen op 26 mei 2020;

- een brief van de zijde van de man van 27 mei 2020, (bezwaar tegen stukken vrouw van 25 mei 2020, alsmede productie 45 t/m 48) ingekomen op 29 mei 2020.

2.5.

De mondelinge behandeling heeft op 11 mei 2020 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;

- de man, bijgestaan door zijn advocaat;

- mevrouw S. Benjamin, namens de raad.

2.6.

Zoals onder 2.4. is vermeld hebben de vrouw en de man op respectievelijk 25 en 27 mei 2020 nadere stukken overgelegd met een (uitgebreide) schriftelijke toelichting. Ter zitting in hoger beroep is aan partijen meegedeeld dat de overgelegde producties worden toegelaten maar dat de schriftelijke toelichting (van beide partijen) buiten beschouwing wordt gelaten, gelet op de in hoger beroep geldende twee-conclusieregel.

3 De feiten

3.1.

Partijen zijn [in] 2014 gehuwd in gemeenschap van goederen. Het huwelijk is op 2 oktober 2019 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 21 augustus 2019 in de registers van de burgerlijke stand. Het echtscheidingsverzoek is ingediend op 24 april 2018.

3.2.

Partijen zijn de ouders van [kind A] (hierna: [kind A] ), geboren [in] 2014 en [kind B] (hierna: [kind B] ), geboren [in] 2016 (hierna ook gezamenlijk: de kinderen).

3.3.

De peildatum voor de omvang van de huwelijksgemeenschap van partijen is 24 april 2018 (de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek).

3.4.

Tot de huwelijksgemeenschap behoorden op de peildatum onder meer:

- de voormalig echtelijke woning aan [adres 2] (en parkeerplaatsen) te [plaats] ;

- de bankrekeningen.

3.5.

De ouders van de man hebben de man op 20 oktober 2014 onder uitsluitingsclausule een bedrag geschonken van € 75.000,-.

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

7 Beslissing