Home

Gerechtshof Amsterdam, 23-10-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3892, 200.239.919/01

Gerechtshof Amsterdam, 23-10-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3892, 200.239.919/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
23 oktober 2018
Datum publicatie
30 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:3892
Zaaknummer
200.239.919/01

Inhoudsindicatie

opheffing ondertoezichtstelling, artikel 1:255 lid 1 BW

Uitspraak

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

zaaknummer: 200.239.919/01

zaaknummer rechtbank: C/15/273017 / JU RK 18-720

beschikking van de meervoudige kamer van 23 oktober 2018 inzake

[de moeder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: mr. D.E. Post te Heerhugowaard,

en

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Noord-Holland,

gevestigd te Haarlem,

verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: de raad.

Als belanghebbenden zijn aangemerkt:

- de minderjarige [kind b] (hierna te noemen: [kind b] );

- de gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinsbeschermers te Alkmaar (hierna te noemen: de GI).

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 30 april 2018, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

De moeder is op 29 mei 2018 in hoger beroep gekomen van voornoemde beschikking van 30 april 2018.

2.2

Bij het hof is voorts op 25 juni 2018 een brief van de raad van 22 juni 2018 met bijlage ingekomen.

2.3

De mondelinge behandeling heeft op 19 september 2018 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de moeder, bijgestaan door mr. J.J.C. Engels, kantoorgenoot van mr. D.E. Post;

- mevrouw F.L.M. Huizinga, namens de raad;

- de gezinsmanager, namens de GI.

De GI heeft ter zitting in hoger beroep een verslag van bevindingen van 14 september 2018 aangaande de minderjarige [kind b] , opgesteld door een ambulant gezinsbegeleider bij Queeste, aan de voorzitter overhandigd.

3 De feiten

3.1

De moeder heeft twee kinderen, te weten [kind a] , geboren [in] 2003 (hierna te noemen: [kind a] ) en [kind b] , geboren [in] 2018. De moeder oefent het gezag over [kind a] en [kind b] uit. [kind b] verblijft bij de moeder.

3.2

[kind a] staat sinds oktober 2005, met een onderbreking van april 2010 tot november 2012, onder toezicht. Op 20 augustus 2017 is een machtiging tot uithuisplaatsing van [kind a] verleend, welke sindsdien is verlengd. [kind a] verblijft thans in het Uitwijkhuis van Parlan ( [Uitwijkhuis] ) te [plaats] .

4 De omvang van het geschil

5 De motivering van de beslissing

6 De beslissing