Home

Gerechtshof Amsterdam, 09-10-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3822, 17/00517, 17/00518

Gerechtshof Amsterdam, 09-10-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3822, 17/00517, 17/00518

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
9 oktober 2018
Datum publicatie
16 januari 2019
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:3822
Formele relaties
Zaaknummer
17/00517, 17/00518

Inhoudsindicatie

Na verwijzing (ECLI:NL:HR:2017:2436) concludeert de inspecteur tot vernietiging van de naheffingsaanslagen die zijn opgelegd in verband met de afdrachtvermindering onderwijs.

Uitspraak

kenmerken 17/00517 en 17/00518

9 oktober 2018

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep - na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden - van

[X] B.V. te [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigden drs. S. Metsers en mr. dr. C.W.M. van Ballegooien)

tegen

de uitspraak in de zaak met kenmerk SGR 15/1554 en SGR 15/1555 van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding voor verwijzing

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari tot en met 31 december 2012 een naheffingsaanslag loonheffing opgelegd van € 31.681 en over het tijdvak 1 januari tot en met 31 december 2013 een naheffingsaanslag loonheffing van € 26.581 (hierna: de Naheffingsaanslagen).

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar de Naheffingsaanslagen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 21 juli 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:8689) ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag. Bij uitspraak van 6 juli 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2012) heeft het Gerechtshof Den Haag de rechtbankuitspraak bevestigd.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Bij arrest van 22 september 2017 (ECLI:NL:HR:2017:2436; hierna ook het verwijzingsarrest) heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag vernietigd en de zaak ter verdere behandeling en beslissing met inachtneming van het arrest verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof).

2 Loop van het geding na verwijzing

2.1.

Belanghebbende en de inspecteur zijn door de griffier van het Hof in de gelegenheid gesteld een schriftelijke reactie op het verwijzingsarrest in te dienen. Bij brief van 7 november 2017 heeft belanghebbende van deze gelegenheid gebruik gemaakt en de inspecteur bij brief van 8 november 2017.

2.2.

Op 16 april 2018 heeft het Hof nadere stukken van belanghebbende ontvangen.

De inspecteur heeft afschriften hiervan ontvangen.

2.3.

Het Hof heeft partijen op 4 april 2018 uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het hoger beroep op 26 juni 2018.

2.4.

Op 4 juni 2018 heeft het Hof partijen bericht dat de onder 2.3 vermelde zitting geen doorgang zal vinden en dat een nieuwe zitting is gepland op 9 oktober 2018.

2.5.

Op 18 september 2018 heeft het Hof nadere stukken van belanghebbende ontvangen.

De inspecteur heeft afschriften hiervan ontvangen.

2.6.

Op 26 september 2018 heeft de inspecteur het Hof bij brief bericht dat de Naheffingsaanslagen zullen worden vernietigd. Belanghebbende heeft hiervan een kopie ontvangen.

2.7.

Belanghebbende heeft bij brief van 2 oktober 2018 gereageerd op de brief van de inspecteur van 26 september 2018.

2.8.

Het beroep is behandeld ter zitting van het Hof op 9 oktober 2018. Met bericht van verhindering zijn partijen niet verschenen.

3 Tussen partijen vaststaande feiten

3.1.

Op 26 september 2018 heeft de inspecteur het Hof per brief het volgende bericht:

“Na intern overleg is besloten (dat) de naheffingsaanslagen over de jaren 2012 en 2013 (…) worden ingetrokken.”

3.2.

Op 2 oktober 2018 heeft de gemachtigde het Hof geschreven dat hij instemt met de vernietiging van de Naheffingsaanslagen en het Hof verzocht zo spoedig mogelijk uitspraak te doen.

4 Geschil in hoger beroep

6 Beslissing