Home

Gerechtshof Amsterdam, 21-02-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:541, 200.195.602/01 NOT

Gerechtshof Amsterdam, 21-02-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:541, 200.195.602/01 NOT

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
21 februari 2017
Datum publicatie
24 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:484
Zaaknummer
200.195.602/01 NOT
Relevante informatie
Wet op het notarisambt BES [Tekst geldig vanaf 01-07-2015] art. 49

Inhoudsindicatie

Klacht tegen een notaris. Klagers verwijten de notaris dat hij geen afschrift van de leveringsakte en de akte van doorhaling heeft verstrekt, alsmede dat hij heeft geweigerd een kopie van het bewijs van inschrijving van de akte van doorhaling aan klagers te doen toekomen. Ook heeft de notaris ten onrechte geweigerd het bewijs van eigendom van het appartement na levering aan klagers terug te geven. De kamer heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof bevestigt de bestreden beslissing.

Uitspraak

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.195.602/01 NOT

nummer eerste aanleg : KL RK 16/29

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 21 februari 2017

inzake

1. [naam],

2. [naam],

beiden wonende te [plaats], [land],

appellanten,

tegen

mr. [naam],

notaris te [plaats]

geïntimeerde.

1 Het geding in hoger beroep

1.1.

Appellanten (hierna: klagers) hebben op 20 juli 2016 een beroepschrift - met bijlage - bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 24 juni 2016 (ECLI:NL:TNORARL:2016:16). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klagers tegen geïntimeerde (hierna: de notaris) ongegrond verklaard.

1.2.

De notaris heeft op 16 september 2016 een verweerschrift bij het hof ingediend.

1.3.

Het hof heeft de brief van klagers van 4 november 2016, bij het hof ingekomen op 11 november 2016, buiten behandeling gelaten omdat deze brief is aangemerkt als een repliek, waarvoor geen toestemming is gegeven.

1.4.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 8 december 2016. De notaris is verschenen en heeft het woord gevoerd. Klagers zijn – met voorafgaande berichtgeving – niet verschenen.

2 Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3 Feiten

3.1.

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.

3.2.

Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.

3.2.1.

In augustus 2015 hebben klagers hun appartement te [plaats] verkocht. Op 6 november 2015 heeft de notaris de akte van levering van dit appartement (hierna: de leveringsakte) gepasseerd. Daarbij is gebruik gemaakt van een door klagers aan hun makelaar gegeven volmacht. Het appartement was bezwaard met een hypotheek.

3.2.2.

Begin december 2015 is er zowel telefonisch als per e-mail contact geweest tussen klagers en een medewerkster van het notariskantoor (hierna: de medewerkster).

3.2.3.

Op 4 december 2015 heeft de medewerkster aan klagers een brief gezonden met daarbij een fotokopie van de leveringsakte en een kopie van het eigendomsbewijs (zoals ingeschreven in de openbare registers).

3.2.4.

Bij brief van 8 januari 2016 heeft klager sub 1 aan de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: de KNB) onder meer het volgende geschreven:

“Ondanks herhaalde herinneringen weigert betreffende notaris c.q. notariskantoor de navolgende documenten ons te doen toekomen:

1. De authentieke akte van doorhaling van de hypothecaire lening in het openbaar register.

2. De (getekende) authentieke akte van levering.

3. Het oorspronkelijk bewijs van eigendom (akte van levering) van ons appartementsrecht (..).

De laatste herinnering aan het notariskantoor is op donderdag 7 januari 2016 om 15:55 uur MET per e-mail verzonden. Het notariskantoor reageert niet zelfs niet met een ontvangstbevestiging.

U zult ons zeer verplichten indien uw beroepsorganisatie zorg draagt voor de uitvoering van de aan de notaris opgelegde plichten.”

3.2.5.

Vervolgens zijn tussen klagers, de notaris en de KNB in het kader van een bemiddelingstraject verschillende e-mails verstuurd. De KNB heeft aan klagers in een e-mail van 22 januari 2016 onder meer bericht:

“De notaris kan de door u gevraagde stukken niet leveren. Een akte die door een notaris is opgemaakt blijft altijd bij de notaris in bewaring. Dit is wettelijk bepaald. Betrokken partijen kunnen een afschrift ontvangen.

Het bewijs van eigendom van het appartement hoort u voor levering van appartement over te dragen aan de notaris. Hieraan kan de notaris zien dat u de eigenaar bent en gemachtigd bent het appartement over te dragen aan de koper.

Vervolgens wordt de nieuwe akte ingeschreven in het Kadaster en heeft u geen recht meer op het eigendomsbewijs, omdat u niet meer de eigenaar bent, deze komt de eigenaar van het appartement toe.”

Begin februari 2016 heeft de KNB het dossier van klagers gesloten.

3.2.6.

Op 21 maart 2016 heeft de notaris de akte van doorhaling van de hypotheek van klagers gepasseerd (hierna: de akte van doorhaling).

3.2.7.

Op 23 maart 2016 heeft de notaris een afschrift van de leveringsakte en een afschrift van de akte van doorhaling per post aan klagers verzonden.

4. Standpunt van klagers

Klagers verwijten de notaris het volgende.

i. De notaris heeft, ondanks diverse verzoeken, tot aan het moment van indiening van de klacht aan klagers geen afschrift verstrekt van de leveringsakte. Op het door de notaris op 23 maart 2016 afgegeven afschrift ontbreekt de in de wet voorgeschreven tekst “uitgegeven voor woordelijk gelijkluidend afschrift”.

ii. De notaris heeft, ondanks diverse verzoeken, tot aan het moment van indiening van de klacht geweigerd om aan klagers een afschrift te verstrekken van de akte van doorhaling. Op het door de notaris op 23 maart 2016 afgegeven afschrift ontbreekt de in de wet voorgeschreven tekst “uitgegeven voor woordelijk gelijkluidend afschrift”. Uit het afschrift blijkt verder dat de akte van doorhaling pas ruim vijf maanden na de levering is opgemaakt, hetgeen (veel) te laat is.

iii. De notaris heeft geweigerd een kopie van het bewijs van inschrijving van de akte van doorhaling aan klagers te doen toekomen.

iv. De notaris heeft geweigerd om het bewijs van eigendom van het appartement na levering aan klagers terug te geven, terwijl zijn secretaresse dat bij afgifte wel aan klagers had beloofd. Daar komt bij dat artikel 7:9 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek vermeldt dat verkoper voor zover hij daar zelf belang bij houdt, slechts verplicht is om aan koper op diens verlangen en op diens kosten een afschrift of uittreksel af te geven.

5 Standpunt van de notaris

6 Beoordeling

7 Beslissing