Home

Gerechtshof Amsterdam, 26-04-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1600, 23-005026-14

Gerechtshof Amsterdam, 26-04-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1600, 23-005026-14

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
26 april 2016
Datum publicatie
28 april 2016
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:1600
Formele relaties
Zaaknummer
23-005026-14

Inhoudsindicatie

GVS 8 jaar voor medeplegen in-/uitvoer cocaine via Nederlandse territoriale wateren, (medeplegen) witwassen, het gebruik van een niet op zijn naam gesteld reisdocument en overtreding 197 Sr. Bewijsoverwegingen.

Uitspraak

parketnummer: 23-005026-14

datum uitspraak: 26 april 2016

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 december 2014 in de strafzaak onder parketnummer

15/801444-13 tegen

[verdachte] ,

geboren te district Suriname (Suriname) op [geboortedag 1] 1964,

adres: [adres 1] (Suriname),

opgegeven postadres in Nederland: [adres 2],

thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, Gevangenis te Ter Apel.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 april 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte, voor zover thans nog aan de orde, ten laste gelegd dat:

1:hij op of omstreeks 16 december 2013, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, (een) voorwerp(en), te weten een geldbedrag (ter waarde van circa 40.655,- euro), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten voornoemd geldbedrag gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf;

3:hij op of omstreeks 16 december 2013, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te weten een nationaal paspoort van Brazilië, op naam gesteld van [naam 1], geboren op [geboortedag 2] 1964 te [geboorteplaats], Brazilië, welk gebruik hierin bestond dat hij, verdachte, voornoemd document ter controle heeft aangeboden aan een ambtenaar belast met de uitoefening van grensbewaking, althans aan een persoon belast met enig toezicht op de Luchthaven Schiphol;

4:hij op of omstreeks 16 december 2013 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard;

5:

hij in of omstreeks de periode van 29 november 2013 tot en met 30 november 2013, in de gemeente Vlissingen (via de Westerschelde en/of de Noordzee), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 139,7 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

en/of

hij op of omstreeks 30 november 2013, in de gemeente Vlissingen, in elk geval in Nederland, althans via grensovergang plaatselijk gelegen op de Westerschelde, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 139.7 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

6:hij in of omstreeks de periode van 16 september 2013 tot en met 18 september 2013, te Amsterdam en/of Rotterdam, althans in Nederland, en/of Lissabon (Portugal) en/of Brazilië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

van een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) (van in totaal 108.620,- Euro),

de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing (telkens) heeft/ hebben verborgen en/of verhuld, althans (telkens) heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een of meer voorwerp(en), te weten voornoemde gelbedrag(en), was/waren of wie bovenomschreven voorwerp(en) (telkens) voorhanden had/hadden

en/of

een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) (van in totaal 108.620,- Euro) (telkens) heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad, heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, althans van een of meer voorwerp(en), te weten voornoemde geldbedrag(en), (telkens) gebruik heeft/hebben gemaakt,

terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van de verdachte

Oplegging van straffen en beslissingen omtrent het beslag

Toepasselijke wettelijke voorschriften

BESLISSING