Home

Gerechtshof Amsterdam, 28-11-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5539, 23-004343-13

Gerechtshof Amsterdam, 28-11-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5539, 23-004343-13

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
28 november 2014
Datum publicatie
9 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:5539
Formele relaties
Zaaknummer
23-004343-13

Inhoudsindicatie

Medeplegen van diefstal met braak.

Uitspraak

Parketnummer: 23-004343-13

Datum uitspraak: 28 november 2014

TEGENSPRAAK

Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 september 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-669082-13 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,

adres: [adres],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Flevoland - HvB Almere Binnen te Almere.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

14 november 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de strafoplegging - in zoverre zal het vonnis worden vernietigd - en met dien verstande dat het hof een ter zitting gevoerd verweer zal bespreken.

Bespreking van een verweer

De verdachte heeft ter terechtzitting het verweer gevoerd dat hij ten onrechte is veroordeeld, nu hij niets afwist van de inbraak die gepleegd moet zijn voordat hij in de auto is gestapt. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij op 31 mei 2013 op weg was naar Uithoorn om daar een autoreparatie te verrichten voor een zekere [naam 1]. Hij was met buslijn 15 richting Amstelveen gegaan en was op advies van derden uitgestapt ter hoogte van de VU. Aldaar was hij gaan lopen langs - zo begrijpt het hof - de Beneluxbaan en is op de tram/metrohalte op de kruising bij de Van Boshuizenstraat gaan staan wachten op verder openbaar vervoer. Aldaar hoorde hij getoeter en zag hij bij het tegenoverliggende verkeerslicht voor link afslaand verkeer in de Van Boshuizenstraat een zwarte Audi staan met achter het stuur de hem bekende “Big” (het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1]). De verdachte is vervolgens de weg overgestoken en heeft [medeverdachte 1] gevraagd of deze hem een lift kon geven naar Uithoorn. Daarop is de hem ook bekende [naam 2], die op de passagiersstoel zat, uitgestapt en achterin gaan zitten en is de verdachte op die passagiersstoel gaan zitten. Vervolgens is de auto weggereden. Enige tijd daarna bemerkte de verdachte dat de auto werd achtervolgd door de politie. Toen de auto klem was gereden, is de verdachte uit paniek met de anderen uit de auto gesprongen en in/over een sloot het weiland ingevlucht.

Het hof overweegt hieromtrent als volgt.

Uit de stukken in het dossier blijkt het volgende. Op 31 mei 2013 komt om19:47 uur bij de meldkamer van de politie Amsterdam de melding binnen van een inbraak in de Van Boshuizenstraat te Amsterdam. De daders zouden, volgens de melder, zijnde tevens ooggetuige, drie à vier negroïde mannen zijn die in een zwarte Audi A3 3-deurs zijn weggereden in de richting van de Beneluxbaan. Deze ooggetuige verklaart op de Van Boshuizenstraat achter deze Audi te hebben gereden en dat deze auto linksaf sloeg (het hof begrijpt: de Beneluxbaan op) richting Amstelveen. Daarna is hij de auto uit het oog verloren en heeft hij de politie gebeld. Omstreeks 19.51 uur zien verbalisanten die positie hadden ingenomen op de kruising van de Beneluxbaan en de Bovenkerkerweg (naar algemeen bekend een afstand van ongeveer 6 km), een zwarte Audi A3 3-deurs met vier negroïde mannen rijden. Dit blijkt de bij de inbraak betrokken auto te zijn.

Het hof stelt vast dat de melder van de inbraak spreekt over 3-4 negroïde mannen. In de auto zijn naast de verdachte en [medeverdachte 1] de medeverdachten [medeverdachte 2] en [naam 2] aangetroffen. De melder heeft de auto gevolgd en geobserveerd tot en met het moment dat de auto bij het kruispunt Beneluxbaan-Van Boshuizenstraat linksaf sloeg en richting Amstelveen reed. De getuige wiens aandacht was gespitst op deze Audi, heeft in die tijdsspanne niet gezien dat een persoon naar de Audi is toegelopen, dat de passagier naast de chauffeur in de Audi is uitgestapt en achterin is gaan zitten en dat een van de tramhalte komende persoon over de kruising lopende is ingestapt. De lezing van de verdachte vindt ook overigens geen enkele steun in de verklaringen en bevindingen in het dossier. Het hof hecht aan de verklaring van de verdachte dan ook geen enkele waarde en legt deze terzijde. Daarbij merkt het hof ten overvloede op dat de lezing van de verdachte - die overigens bij de politie en in eerste aanleg over de door verdachte gevolgde route en instappunt ook aanzienlijke verschillen vertoont met de bij het hof afgelegde verklaring - ook reeds onwaarschijnlijk is nu zij erop neerkomt dat drie inbrekers die net met de buit van de plaats delict zijn weggereden, de tijd nemen om een bekende op hun aanwezigheid te attenderen door te toeteren, te wachten tot die persoon naar hen is toegelopen en een ingewikkelde uit- en instapprocedure te volgen, dat alles om die bekende naar Uithoorn te brengen. Overigens ondersteunt ook geen van de drie medeverdachten de lezing van de verdachte.

Bovenstaande leidt tot de conclusie dat het hof de verklaring van de verdachte terzijde stelt. Uit de overige bewijsmiddelen volgt dat de verdachte tezamen en in vereniging met drie anderen de ten laste gelegde inbraak heeft gepleegd.

Oplegging van straf

Toepasselijke wettelijke voorschriften

BESLISSING