Home

Gerechtshof Amsterdam, 20-06-2011, BR3750, 22-006325-09

Gerechtshof Amsterdam, 20-06-2011, BR3750, 22-006325-09

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
20 juni 2011
Datum publicatie
29 juli 2011
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2011:BR3750
Zaaknummer
22-006325-09

Inhoudsindicatie

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van een op de luchthaven Schiphol werkzaam zijnde beveiligingsmedewerker. Rekening houdend met de ernst en de ouderdom van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, het gegeven dat de verdachte naar aanleiding van het onderhavige feit zijn baan is kwijtgeraakt, alsook gelet op het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit, heeft het Hof bepaald dat aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Uitspraak

Rolnummer: 22-006325-09

Parketnummer: 15-665613-08

Datum uitspraak: 20 juni 2011

TEGENSPRAAK

Gerechtshof te Amsterdam

meervoudige kamer voor strafzaken

zitting houdende te 's-Gravenhage

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 15 april 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats](Suriname) op [geboortedag] 1978, adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van

22 maart 2010 en 6 juni 2011.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het (thans primair) tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen vervangende hechtenis. Voorts is er een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij.

Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Omvang van het hoger beroep

Bij vonnis waarvan beroep is de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] niet toegewezen. De benadeelde partij heeft zich niet opnieuw in hoger beroep gevoegd. De in het vonnis waarvan beroep gegeven beslissing op de vordering van de benadeelde partij is derhalve niet aan het oordeel van het hof onderworpen.

Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep- ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 10 mei 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [slachtoffer] (beveiligingsmedewerker bij Trigion Security), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, (met kracht) tegen het lichaam heeft geduwd en/of (met kracht) bij de keel heeft gegrepen en/of (met kracht) de keel heeft dichtgeknepen, waardoor voornoemde ambtenaar letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; en, voorzover ter zake het hiervoor tenlastegelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, ter zake dat

hij op of omstreeks 10 mei 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], (met kracht) tegen het lichaam heeft geduwd en/of (met kracht) bij de keel heeft gegrepen en/of (met kracht) de keel heeft dichtgeknepen, waardoor genoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte primair is tenlastegelegd nu het slachtoffer, destijds medewerker van de particuliere beveiligingsorganisatie Trigion Security en uit dien hoofde werkzaam bij de privaatrechtelijke rechtspersoon N.V. Luchthaven Schiphol, niet als ambtenaar als bedoeld in het primair tenlastegelegde feit kan worden aangemerkt. De verdachte behoort mitsdien daarvan te worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij op 10 mei 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], bij de keel heeft gegrepen en de keel heeft dichtgeknepen, waardoor genoemde [slachtoffer] pijn heeft ondervonden.

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsvoering

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.

In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.

Nadere bewijsoverweging

Door en namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de verdachte geen opzet had op het toebrengen van pijn en dat de verdachte dientengevolge moet worden vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde. Het hof verwerpt dit verweer nu de bewezenverklaarde handelingen opzet op het toebrengen van pijn impliceren.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:

Mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

Vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde en dat de verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Strafoplegging

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van een op de luchthaven Schiphol werkzaam zijnde beveiligingsmedewerker die de verdachte –destijds eveneens werkzaam op Schiphol- aan een veiligheidscontrole onderwierp, een en ander op de wijze zoals bewezen verklaard. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat de aangever –toen de verdachte door wilde lopen- aan het koord dat om de nek van de verdachte hing trok, waarop hij, verdachte, fysiek heeft gereageerd. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij betreurt dat hij op dergelijke wijze heeft gereageerd. Uit de tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van de aangever blijkt dat de aangever het handelen van de verdachte achteraf bezien enigszins kan begrijpen.

Rekening houdend met de ernst en de ouderdom van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, het gegeven dat de verdachte naar aanleiding van het onderhavige feit zijn baan is kwijtgeraakt, alsook gelet op het feit dat de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 mei 2011 niet eerder is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit, acht het hof het raadzaam om te bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.

Bepaalt dat ten aanzien van het subsidiair bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.

Dit arrest is gewezen door mr. W.P.C.M. Bruinsma,

mr. S.A.J. van 't Hul en mr. M.F.L.M. van der Grinten, in bijzijn van de griffier mr. H. Biemond.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 20 juni 2011.

Mr. M.F.L.M. van der Grinten is buiten staat dit arrest te ondertekenen.