Centrale Raad van Beroep, 05-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1854, 23/1883 AW
Centrale Raad van Beroep, 05-10-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1854, 23/1883 AW
Gegevens
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 5 oktober 2023
- Datum publicatie
- 6 oktober 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:CRVB:2023:1854
- Formele relaties
- Te rectificeren uitspraak: ECLI:NL:CRVB:2016:2803
- Zaaknummer
- 23/1883 AW
Inhoudsindicatie
Afwijzing verzoek om herziening. Geen nieuwe feiten of omstandigheden.
Uitspraak
23/1883 AW
Datum uitspraak: 5 oktober 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 21 juli 2016, 15/4540 AW
Partijen:
[verzoekster] te [woonplaats] (verzoekster)
de korpschef van politie (korpschef)
PROCESVERLOOP
Met een brief van 13 juni 2023 heeft verzoekster verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 21 juli 2016 (met zaaknummer 15/4550 AW).1
Mr. B.J.P.G. Roozendaal, advocaat, heeft namens de korpschef een verweerschrift ingediend.
Verzoekster heeft nadere stukken ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2023. Appellante is verschenen. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Roozendaal en mr. L.H. van den Berg.
OVERWEGINGEN
Inleiding
1. Met de hierboven genoemde uitspraak van 21 juli 2016 heeft de Raad het bij besluit van 30 september 2014 ongegrond verklaarde bezwaar in stand gelaten. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 31 januari 2013 (ontzegging van de toegang tot de gebouwen en verlening van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging), 7 april 2014 (beoordeling maart 2013) en 7 april 2014 (ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid, anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken).
Het standpunt van verzoekster
2. Verzoekster heeft aan haar verzoek om herziening – kort samengevat – ten grondslag gelegd dat (1) de korpschef haar op onterechte gronden heeft tegengehouden in haar carrière bij de politie en (2) dat uit de brief van 5 juni 2023 voor het eerst blijkt dat ook de korpschef vindt zij het oneens met hem mag zijn, maar dat de korpschef desondanks nog steeds doorgaat met het frustreren van haar carrière, omdat het haar met die brief is verboden om nog langer te solliciteren bij de politie.