Home

Centrale Raad van Beroep, 02-11-2012, BY2154, 12-1133 WAO-VV

Centrale Raad van Beroep, 02-11-2012, BY2154, 12-1133 WAO-VV

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
2 november 2012
Datum publicatie
5 november 2012
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2012:BY2154
Formele relaties
Zaaknummer
12-1133 WAO-VV

Inhoudsindicatie

Proceskostenveroordeling. Verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken omdat het Uwv uitvoering zal geven aan de uitspraak van de rechtbank van 4 januari 2012. Verzoeker heeft hierdoor alsnog met ingang van 1 augustus 2012 recht op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Volledig tegemoetgekomen. Uwv veroordeelt in de proceskosten van verzoeker.

Uitspraak

12/1133 WAO-VV

Centrale Raad van Beroep

Voorzieningenrechter

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het verzoek om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Partijen:

[verzoeker] te [woonplaats], Turkije (verzoeker)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak: 2 november 2012

PROCESVERLOOP

Het Uwv heeft bij brief van 10 februari 2012 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 januari 2012, 11/5606 en 11/5607.

Namens verzoeker heeft mr. N. Türkkol, advocaat, bij brief van 23 februari 2012 de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep verzocht een voorlopige voorziening te treffen als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Bij brief van 11 april 2012 heeft het Uwv het hoger beroep ingetrokken.

Bij brief van 21 mei 2012 heeft mr. Türkkol het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Artikel 8:84, vierde lid, van de Awb verklaart de artikelen 8:75 en 8:75a van overeenkomstige toepassing op het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet zijn deze bepalingen van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.

De voorzieningenrechter stelt vast dat het verzoek om een voorlopige voorziening is ingetrokken omdat het Uwv uitvoering zal geven aan de uitspraak van de rechtbank van 4 januari 2012. Verzoeker heeft hierdoor alsnog met ingang van 1 augustus 2012 recht op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.

Nu het Uwv niet heeft betwist dat aldus aan verzoeker is tegemoetgekomen, is er aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die verzoeker in verband met het verzoek om een voorlopige voorziening redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 437,-.

Voor de vergoeding van het griffierecht kan verzoeker zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van verzoeker tot een bedrag van € 437,-, te betalen aan de griffier van de Raad.

Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van J.A. Achterberg als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 november 2012.

(getekend) M.M. van der Kade

(getekend) J.A. Achterberg

TM