Home

Centrale Raad van Beroep, 24-01-2012, BV1872, 09-6762 WWB

Centrale Raad van Beroep, 24-01-2012, BV1872, 09-6762 WWB

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
24 januari 2012
Datum publicatie
25 januari 2012
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2012:BV1872
Zaaknummer
09-6762 WWB

Inhoudsindicatie

Afwijzing aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van de aanleg en bouw van waterleiding, rioolafvoerleidingen en een sanitaire unit bij de caravan van appellant. In het individuele geval van appellant behoren de kosten van sanitaire voorzieningen niet tot de noodzakelijke kosten. Vaststaat dat op de camping waar appellant verblijft sanitaire voorzieningen beschikbaar zijn, ook al zijn die in de winter van zeer eenvoudige aard. Dat appellant is aangewezen op deze voorzieningen vloeit voort uit zijn keuze om te wonen op een camping en niet in een woning met water- en rioolaansluiting.

Uitspraak

09/6762 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 5 november 2009, 08/2806 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf (hierna: College)

Datum uitspraak: 24 januari 2012

I. PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. F. Bakker, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld.

Het College heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 november 2011. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Bakker. Het College heeft zich - zoals vooraf bericht - niet laten vertegenwoordigen.

II. OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

1.1. Appellant ontving ten tijde hier van belang bijstand op grond van de Wet werk en bijstand. Zijn uitkering is met tien procent verlaagd in verband met de omstandigheid dat appellant geen woning, maar een toercaravan bewoont op de camping [camping] te Elsloo.

1.2. Op 18 april 2008 heeft appellant een aanvraag gedaan om bijzondere bijstand voor de kosten van de aanleg en bouw van waterleiding, rioolafvoerleidingen en een sanitaire unit bij zijn caravan tot een bedrag van € 1.153,70.

1.3. Bij besluit van 20 juni 2008 heeft het College deze aanvraag afgewezen. Daartoe is onder meer overwogen dat op de camping sanitaire voorzieningen aanwezig zijn en dat er geen noodzaak is om andere sanitaire voorzieningen te bouwen.

1.4. Bij besluit van 19 november 2008 heeft het College het bezwaar tegen het besluit van 20 juni 2008 ongegrond verklaard op de grond dat de gevraagde voorziening niet noodzakelijk is. Op de camping zijn sanitaire voorzieningen aanwezig, ook in de winter. Dan is er een buitenkraan voor water en een droogcloset.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 19 november 2008 ongegrond verklaard.

3. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd. Hij voert aan dat de kosten van sanitaire voorzieningen behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en dat hij door de verlaging van zijn uitkering geen mogelijkheid heeft om te reserveren voor die kosten.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling, waarbij hij voor de van belang zijnde wettelijke bepalingen verwijst naar de aangevallen uitspraak.

4.1. Bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de WWB dient eerst beoordeeld te worden of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de alleenstaande of het gezin noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, op welk punt het College ingevolge genoemde bepaling een zekere beoordelingsvrijheid heeft. De omstandigheid dat de alleenstaande of het gezin al dan niet de mogelijkheid heeft gehad te reserveren voor de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, is een aspect dat moet worden beoordeeld in het kader van de vraag of de zich voordoende, noodzakelijke kosten, voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

4.2. Niet in geschil is dat de kosten zich in dit geval voordoen. Evenmin is in geschil dat kosten van sanitaire voorzieningen in het algemeen behoren tot de noodzakelijke kosten. In het individuele geval van appellant is dit echter naar het oordeel van de Raad niet het geval. Vaststaat dat op de camping waar appellant verblijft sanitaire voorzieningen beschikbaar zijn, ook al zijn die in de winter van zeer eenvoudige aard. Dat appellant is aangewezen op deze voorzieningen vloeit voort uit zijn keuze om te wonen op een camping en niet in een woning met water- en rioolaansluiting. De uit die keuze voortvloeiende positieve en negatieve gevolgen voor het woongenot komen voor rekening van appellant. Bij een andere keuze zijn de kosten vermijdbaar. Daarom zijn de kosten in dit geval niet noodzakelijk. De vraag of appellant voor deze kosten kon reserveren behoeft dus geen beantwoording meer.

4.3. Uit hetgeen onder 4.1 en 4.2 is overwogen vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking. Daarom komt ook het verzoek om toekenning van vergoeding van schade niet voor toewijzing in aanmerking.

5. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak;

Wijst het verzoek om vergoeding van schade af.

Deze uitspraak is gedaan door J.J.A. Kooijman als voorzitter en O.L.H.W.I. Korte en E.J. Govaers als leden, in tegenwoordigheid van N.M. van Gorkum als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2012.

(get.) J.J.A. Kooijman.

(get.) N.M. van Gorkum.

HD